6.2.1
KALIBRATIE VAN DE TEMPERATUURSENSOR VAN DE CONNECT CRP
De meting van de omgevingstemperatuur kan op de Connect CRP worden gecorrigeerd door een offset in te voeren van
-6 °C tot +6 °C,
in stappen van 0,1°C.
Standaard is deze waarde ingesteld op 0,0°C.
1. Open het menu "TECHNISCH" (Zie"6.1 Toegang tot het menu TECHNISCH" op pag. 209)
2. Volg het pad "MENU >> TECHNISCH >> INSTALLATIE >> SENSORKALIBRATIE"
3. Wijzig met de toetsen
we temperatuur zichtbaar die gemeten is door de Connect CRP.
4. Druk op de toets
6.3
MENU TECHNISCH - TYPE SYSTEEM
Selecteer met de toetsen
TEEM en bevestig met de toets
Vanuit dit menu kan het type systeem worden ingesteld dat de Connect CRP zal beheren. De volgende instellingen zijn
mogelijk:
VOLLED. ELECTRISCH
Monoblok of gesplitste warmtepomp, met of zonder
boiler en zonder ondersteunende verwarmingsketel
HYBRID H
Hybride systeem voor verwarming/koeling van de
omgeving en productie van warm tapwater, be-
staande uit een warmtepomp en ondersteunende
verwarmingsketel, met of zonder boiler
6.4
MENU TECHNICUS - DIGITALE INGANGEN
Selecteer met de toetsen
ingangen" en bevestig met de toets
Vanuit dit menu kan de functie "Digitale ingangen" in- en
uitgeschakeld worden.
NB Voor een goede configuratie moet de systeemcon-
figuratie nauwgezet worden aangehouden.
en
de offset van de gemeten temperatuur: boven de waarde van de offset is nu de nieu-
om de waarde te bevestigen
en
het menu TYPE SYS-
.
en
het menu "Digitale
.
cod. 3542B380 - Rev 00 - 05/2022
T E C H N I S C H
I N S T A L L A T I E
H E T T Y P E S Y S T E E M
D I G I T A L E I N G A N G E N
I N S T A L L A T E U R
afb. 67
HYBRID C
Hybride systeem voor verwarming/koeling van de
omgeving, bestaande uit een warmtepomp en on-
dersteunende geiser. Het warme water wordt uitslui-
tend geproduceerd met de ketel.
NB
Kies het juiste model om het systeem goed in te stellen.
T E C H N I S C H
I N S T A L L A T I E
H E T T Y P E S Y S T E E M
D I G I T A L E I N G A N G E N
I N S T A L L A T E U R
afb. 68
211
NL