Carrier D Manual De Instalación página 24

Elektronische regelaar Type D
Montage
Regelpaneel, op wand gemonteerd
• Plaats de bedieningseenheid niet op delen van muren met leidingen of
elektrische kabels, maar wel op ongeveer 150 cm van de vloer.
• Plaats de bedieningseenheid niet op warmtebronnen, luchtstromen. in
direct zonlicht of op niet goed geventileerde gebieden.
• Verwijder de borgschroef op de bovenste linkerzijde om de eenheid
van de bedieningseenheid te scheiden (Fig. 2). Maak de eenheid op de
muur vast en markeer de boorgaten.
• Boor de gaten. Vermijd te boren terwijl de plastieken eenheid reeds aan
de muur gehecht is.
• Verwijder de controleconnectoren door druk uit te oefenen zoals in
fig. 3. Met de controleconnectors nog niet op hun plaats de elektrische
verbindingen voorbereiden tussen deze en het paneel van de
elektrische controledoos van de ventilatorconvector zoals getoond in
het bedradingsdiagram in fig. 10.
Raadpleeg voor de specifieke aansluiting tussen de regelaar en de
ventilatorconvector het schema op de machine zelf.
• De aansluitkabel van de ventilatorconvector en de kabels van de
accessoires moeten van het type H07-RN-F (of hoger) zijn, volgens
de norm EN 60335-2-40. Alle kabels voor de elektrische aansluiting
moeten ten minste 1,5 mm dik zijn.
• Maak de verbindingen naar de controleconnectors (Fig.4).
• Nadat de verbindingen naar de connector gemaakt zijn, het in de
corresponderende behuizing op de eenheid plaatsen.
• Bevestig de regelaar op de muur met de pluggen .
• Doe de afdekking weer op de regelaar en maak vast met de eerder
verwijderde schroef (Fig. 2).
Regelaar
REGELAAR TYPE "D"






Fig. 5

STROOM-knop

Blauwe LED - koelbedrijf

VENTILATOR-knop

Rode LED - verwarmingsbedrijf

MODUS-knop

Groene LED - energiespaarstand

Thermostaat

Gele LED - automatische snelheidsselector van de ventilator

Rode LED - snelheidswerking van de ventilator

Gele LED - automatische verwarmings-/afkoelingswerking
Type "D" wordt gebruikt in 4-pijps systemen en in 2-pijps systemen
met een elektrisch verwarmingselement.
NL - 2
BELANGRIJK:
• Alle verbindingen tussen de unit en de regelaar dienen via een
geschikte kunststof buis te verlopen.
• Ga zeer zorgvuldig om met de regelaar. Raak de elektronische
componenten niet aan om beschadiging daarvan te voorkomen.
• Vergeet niet de dip-schakelaars te configureren (indien noodzakelijk)
vooraleer de besturing te sluiten.
• de verbindingskabel van de controle-eenheid moet een kabel van
PVC zijn met een minimum doorsnede van 1 mm2 of hoger en moet
beschermd zijn tegen radio-interferentie.
• Gebruik een clip om de outputkabels van de controle-eenheid te
bundelen (fig. 9).
Fig. 2
 Screw
 Screw anchor
Functies
De regelaar zorgt ervoor dat de binnentemperatuur, die met de knop
tussen 10°C en 30°C is ingesteld, wordt behouden.
Ventilatorbediening
Gebruik de snelheidsselectieknop van de ventilator om de manuele of
automatische werkingsmodus van de ventilator te selecteren.
In manuele modus, is het mogelijk drie ventilatorsnelheden te selecteren

(laag/medium/hoog) volgens de noodzaak, of the spaarmodus.
In de stand automatisch wordt het toerental op basis van de

ingestelde temperatuur geregeld door een in de regelaar ingebouwde

microprocessor.

Tijdens de installatie is het mogelijk de continue ventilatorwerking te
selecteren via de schakelaar op het electronische bord (zie sectie
configuratie dip-schakelaar).
In de verwarmingsmodus wordt de werking van de ventilator
vertraagd met ongeveer 1 minuut om de overblijvende warmte op de
warmtewisselaar of de elektrische verwarmers (indien aanwezig) toe te
laten zich vrij te geven.
Vorstbeveiliging
Deze functie voorkomt dat de temperatuur in ruimtes die geruime tijd
ongebruikt blijven, lager wordt dan 7 °C. Wanneer deze temperatuur
wordt bereikt, activeert de regelaar deklep en de ventilator op de hoge
snelheid. De functie ter bescherming tegen vries kan geactiveerd worden
via de overeenkomstige microschakelaar (zie sectie configuratie dip-
schakelaar); indien ingeschakeld activeert deze functie zelfs wanneer de
bedieningseenheid UIT staat.

 
Fig. 3
 
Fig. 4