NL
Regeling van het motortoerental
Het motortoerental wordt ingesteld met de ga-
shendel op de gazontrekker:
Toerental verhogen.
Toerental verlagen.
Koude start en warme start
Bij een koude start moet de choke worden inge-
schakeld, wanneer de motor warm is moet deze
weer worden uitgeschakeld. Bij een warme start
is het gebruik van de choke niet nodig.
Choke inschakelen.
Choke uitschakelen.
6 REPARATIES
WAARSCHUWING! Letselgevaar bij repa-
ratiewerkzaamheden. Ondeskundige reparaties
kunnen ernstig letsel en schade aan het apparaat
veroorzaken.
■
Reparatiewerkzaamheden alleen laten uit-
voeren in servicewerkplaatsen van AL-KO of
bij geautoriseerde montagebedrijven!
■
Er mogen uitsluitend originele reserveonder-
delen van AL-KO worden gebruikt.
7 ONDERHOUD EN VERZORGING
WAARSCHUWING! Risico op letsel. Het
onbedoeld inschakelen van de motor kan tot ern-
stig letsel leiden.
■
Voor aanvang van afstel-, onderhouds- en re-
paratiewerkzaamheden moet de motor altijd
worden uitgeschakeld en beveiligd tegen on-
bedoeld opnieuw inschakelen.
■
Regelmatig onderhoud is onontbeerlijk voor
de veiligheid en de instandhouding van de
functionaliteit.
■
Onderhoudsschema in acht nemen.
■
Bij gebruik onder zwaardere omstandigheden
moet vaker onderhoud worden verricht.
1. Vóór alle onderhouds- en reinigingswerk-
zaamheden: Trek de bougiedop (04/1) los
van de bougie (04/2) (04/a).
32
2. Voer de in dit hoofdstuk beschreven onder-
houds- en reinigingswerkzaamheden uit vol-
gens het onderhoudsschema.
3. Na de onderhouds- en reinigingswerkzaam-
heden: Steek de bougiedop (05/1) weer op
de bougie (05/2) (05/a).
7.1
Vervangen van het luchtfilter (03)
OPMERKING
■
Het filterelement moet steeds vrij worden ge-
houden van grasresten en vuil.
■
Vervang filterelementen uitsluitend door origi-
nele reservedelen.
■
De motor mag nooit worden gebruikt zonder
een correct gemonteerd filterelement.
Luchtfilter regelmatig reinigen. Een beschadigd
luchtfilter vervangen.
1. Gebied rond het filterdeksel (03/1) reinigen.
2. Beide knoppen (03/2) van het filterdeksel eraf
schroeven en filterdeksel verwijderen.
3. Trek het filterelement (03/3) uit het huis.
4. Controleer de staat van het filterelement. Het
filterelement moet in onberispelijke staat ver-
keren, schoon en gebruiksklaar zijn. N elk
overig geval moet het filterelement worden
onderhouden of vervangen.
5. Vervang het filterelement en monteer het fil-
terdeksel weer.
7.2
Olie verversen (07)
Het oliepeil regelmatig controleren. Controleer
het oliepeil telkens na 5 bedrijfsuren of dagelijks
vooraf aan de motorstart (zie Hoofdstuk 4.2.1
"Motorolie bijvullen (02)", pagina 30).
WAARSCHUWING! Brand- en explosie-
gevaar. Wanneer brandstof ontsnapt ontstaat
een explosief benzine-luchtmengsel. Door een
ondeskundige omgang met brandstoffen kunnen
deze ontsteken, exploderen en ontbranden, wat
tot zwaar letsel en zelfs sterfgevallen kan leiden.
■
Leeg de brandstoftank, voordat u de olie af-
tapt.
OPMERKING
■
Verouderde olie aftappen terwijl de motor
warm is. Warme olie stroomt sneller en in zijn
geheel uit.
■
Voer de afgewerkte olie af conform de milieu-
voorschriften!
1. Om de brandstoftank leeg te maken: Laat de
motor draaien tot deze zelfstandig stopt.
Reparaties
PRO 350 | PRO 450