3 | Leveromvang
GEVAAR
Gevaar op letsel of de dood
u
Gebruik de airconditioning niet in de buurt van ont-
vlambare vloeistoffen of in besloten ruimten.
u
Zorg ervoor dat er geen brandbare objecten worden
bewaard of geïnstalleerd in de buurt van de luchtuit-
laat. Blijf op een afstand van tenminste 50 cm.
u
Reik niet in de luchtopeningen en steek geen vreem-
de objecten in de airconditioning. Gebruik de air-
NL
conditioning niet zonder afdekking.
u
Verwijder of open de bovenste afdekking van de air-
conditioning niet in het geval van brand. Gebruik
geschikte brandblusmiddelen om het vuur te doven.
Gebruik geen water om vuur te doven.
u
De airconditioning moet stevig geplaatst worden zo-
dat deze bevestigd blijft aan het dak.
u
Draag altijd aanbevolen beschermende kleding tij-
dens montage, zoals een veiligheidsbril en hand-
schoenen.
u
Controleer of het dak van het voertuig het gewicht
van de installateur en de airconditioning kan dragen
voordat op het dak wordt geklommen.
VOORZICHTIG
u
Er kunnen kabels aanwezig zijn boven het plafond.
Zorg er bij zagen in het dak voor dat de stroom geï-
soleerd is om elektrische schokken te voorkomen.
u
Spuit geen verf of insecticide op het oppervlak van
de airconditioning.
u
Als de eenheid is uitgerust met lichten mogen de
ledlichten alleen verbonden worden aan de meege-
leverde DC-stroomdraad van de airconditioning.
Verbinding met een andere externe voeding kan de
ledlichten beschadigen.
u
Elektrische apparaten zijn geen speelgoed. Houd
elektrische apparaten buiten het bereik van kinderen
of personen met een verstandelijke beperking. Per-
sonen van wie de fysieke, sensorische of verstande-
lijke capaciteiten of gebrek aan ervaring en kennis
ervoor zorgen dat ze niet in staat zijn het apparaat
veilig te gebruiken, mogen het apparaat niet gebrui-
ken zonder toezicht of instructies door een verant-
woordelijk persoon.
u
Rijd nooit door automatische autowasstraten met
een dakairconditioning gemonteerd.
u
Als er zich storingen voordoen in het koelmiddelcir-
cuit van de airconditioning, moet het apparaat ge-
controleerd worden door een specialistisch bedrijf
en gerepareerd worden. Het koudemiddel mag
nooit vrijkomen in de lucht.
100 / 136
AANWIJZING
u
Houd de luchtinlaat en de uitlaat van de binnen- en
buiteneenheden van de airconditioning vrij.
u
Isoleer de externe voeding als u de airconditioning
langere tijd niet gebruikt.
u
Monteer de airconditioning overeenkomstig de in-
structies van deze handleiding. Onjuiste montage-
methoden of aanpassing van het product kunnen
leiden tot schade aan het product of letsel van de
gebruiker.
u
Reinig het filter van de airconditioning regelmatig.
u
Een vuil filter verkleint de luchtstroom en leidt tot
slechte verwarmings- en koelprestaties.
u
Vraag de fabrikant van het voertuig of een techni-
sche inspectie nodig is na het plaatsen van de air-
conditioning en of de hoogte van het voertuig in de
voertuigdocumenten aangepast moet worden.
u
Schakel de airconditioning alleen in geval van nood
uit via het hoofdnetwerk.
u
Neem in het geval van storingen van de eenheid
contact op met personeel voor service na de ver-
koop.
2.3
Kwalificaties personeel
Montage- en onderhoudspersoneel moet:
l Overeenkomende kwalificaties hebben voor werken met
technische/elektrische systemen.
l Gecertificeerd zijn om te werken met koelsystemen.
l Licenties hebben voor het werk beschreven in dit docu-
ment.
3
Leveromvang
Het systeem wordt geleverd in twee pakketten.
Controleer of de levering compleet en schadevrij is.
Afb. 1 Buiteneenheid
Pos. Beschrijving
1
Buiteneenheid
2
Luchtinlaatkanaal
3
Bedienings- en montagehandleiding
Hoeveel-
heid
1
1
1
9042924A OI-II CTT 28