Descargar Imprimir esta página

Thule 5562029001 Manual De Instrucciones página 13

Publicidad

Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 10
auf das Zelt, um Beulen oder Beschädigungen
zu vermeiden.
• Der Hersteller haftet nicht für Schäden
oder Unfälle, die durch Nichtbeachtung der
Gebrauchsanweisung, durch Veränderungen an
Teilen oder durch die Verwendung anderer Teile
als der Originalteile des Herstellers entstehen
können.
• Die Gebrauchsanweisung ist zusammen mit der
Bedienungsanleitung des jeweiligen Fahrzeugs
aufzubewahren und im Fahrzeug mitzuführen,
wenn es benutzt wird und unterwegs ist. Bei
Nichtbeachtung dieser Anleitung erlischt der
Garantieanspruch. Halten Sie sich deshalb genau
an die Gebrauchsanweisung und verwenden
Sie nur die mitgelieferten Originalteile. Ersetzen
Sie verlorene oder verschlissene Teile durch
Original-Ersatzteile, die Sie im Fachhandel oder
beim Hersteller beziehen können.
Opgevouwen op voertuig
• Verkeerd gemonteerde dakdragers en daktenten
kunnen tijdens het reizen losraken en ernstige
ongevallen veroorzaken. Volg de bijgevoegde
instructies voor het installeren, gebruiken en
hanteren van de daktent en dakdragers.
• Controleer voordat u wegrijdt of de
tentmontagebeugels en voertuigrekken stevig
zijn vastgemaakt. Controleer regelmatig bij
langere ritten en om de 2 uur bij rijden op
ruw terrein.
• Zorg ervoor dat de tent volledig is gesloten
en dat de banden zijn vastgemaakt voordat
u gaat rijden.
• Bestuur geen voertuig terwijl de tent is
uitgevouwen.
• De snelheid van het voertuig moet altijd
worden aangepast aan de vervoerde lading
en de huidige rijomstandigheden, zoals
wegtype, wegkwaliteit, windomstandigheden,
verkeersintensiteit en geldende
snelheidslimieten, maar mag in geen geval
hoger zijn dan 130 km/u (80 mpu). De geldende
snelheidsbeperkingen en andere verkeersregels
moeten altijd in acht worden genomen.
• Rij langzaam over verkeersdrempels,
maximumsnelheid 10 km/h (6,2 mpu).
• De rijeigenschappen en het remgedrag van het
voertuig veranderen en de kwetsbaarheid voor
zijwind neemt toe wanneer een lading op het
dak wordt vervoerd.
• Bij gebruik van een automatische wasstraat
dienen eerst de daktent en dakdrager te worden
verwijderd.
• Het totaal toelaatbaar beladen gewicht
van het betreffende motorrijtuig mag niet
5562029001
worden overschreden. De instructies van de
motorvoertuigfabrikant met betrekking tot het
maximale dakgewicht moeten in acht worden
genomen.
• Berekening toegestane dakbelasting:
Gewicht van dakdrager
+ gewicht van daktent
+ gewicht van de lading
= beschikbare dakbelasting
• De hoogte van het betreffende voertuig kan
tot 600 mm toenemen (afhankelijk van de
gebruikte dakdrager)
• Pas op voor lage garage-ingangen, lage
doorvaarthoogten in het algemeen,
laaghangende takken, enz.
• Om redenen van brandstofbesparing en de
veiligheid van andere weggebruikers, moeten
de daktent en dakdrager worden verwijderd
wanneer ze niet worden gebruikt.
• Gebruik voor uw eigen veiligheid alleen
geteste (bijv. GS-gekeurde) dakdragers die zijn
goedgekeurd voor gebruik in combinatie met
NL
uw voertuig.
• Om te voorkomen dat er buitensporige
hefkrachten ontstaan, moet de daktent parallel
aan de lijn van de weg worden gemonteerd en
niet onder een hoek.
• Als er in de montagehandleiding geen speciale
montageposities worden vermeld, probeer
dan een minimale afstand van 700 mm tussen
de dakdragerstangen aan te houden. Houd
er rekening mee dat wijzigingen (bijv. extra
boorgaten) aan het bevestigingssysteem voor
de daktent niet zijn toegestaan.
• Naast de instructies voor de daktent moet ook
rekening worden gehouden met de montage-
instructies voor de betreffende dakdrager en
de gebruiksaanwijzing van het betreffende
voertuig.
Ingezette tent
• HOUD ALLE VLAM- EN WARMTEBRONNEN
BUITEN DE TENTSTOF. De tent voldoet aan de
ontvlambaarheidseisen van CPAI-84 en CGSB
182-1. De stof kan verbranden als deze continu in
contact blijft met een vlambron. Het aanbrengen
van vreemde stoffen op het tentdoek kan de
vlamwerende eigenschappen ondoeltreffend
maken.
• Gebruik geen apparaten die brandstof
of zuurstof verbruiken in of in de buurt
van de tent. Denk hierbij aan kaarsen,
gaslantaarns, petroleumlampen en kook- en
verwarmingstoestellen.
• Zet de tent niet in de buurt van een kampvuur
of een andere vlambron. Houd een afstand van
minimaal 19 ft / 6 m.
13

Publicidad

loading