Trek nooit aan het elektrisch snoer!
•
Dompel het toestel niet onder in water om het
•
te reinigen; het is eveneens niet toegestaan het
toestel af te spuiten.
Sluit het apparaat in een vochtige ruimte
•
(bijvoorbeeld een badkamer) alleen aan op
een stopcontact met een aardlekschakelaar
in de stroomkring. Raadpleeg in geval van
twijfel een vakman voor elektrische monta-
ge..
Controleer steeds of het elektrisch snoer of
•
de stekker niet beschadigd is. Indien U een
beschadiging vast stelt, is het absoluut niet
toegestaan het toestel verder te gebruiken;
raadpleeg onmiddelijk de bevoegde herstel-
dienst.
Laat de beschadigde voedingskabel door de
•
fabrikant of de assistentie of gekwalificeerd
pesoneel vervangen om gevaren te voorko-
men.
Indien er verlengsnoeren gebruikt worden zich
•
ervan verzekeren dat deze over droge opper-
vlakken lopen en beschermd zijn tegen eventue-
le waterspatten. Het gebruik van verlengstukken,
verbindingstukken en adaptors die niet conform
de van kracht zijnde normen zijn is niet toege-
staan.
Alvorens vloeistoffen op te zuigen controleren of
•
de vlotter goed functioneert. Als u vloeistoffen
opzuigt wordt, bij volle tank, de aspiratieopening
afgesloten door een dobber en wordt het aspira-
tieproces onderbroken. Schakel het apparaat uit,
verwijder de stekker uit het stopcontct en leeg de
tank. Verzeker u er regelmatig van dat de dobber
(waterpeil beperkingssysteem) schoon is en geen
beschadigingen vertoont.
Wanneer het toestel is omgevallen, wordt aange-
•
raden om het eerst uit te schakelen alvorens het
terug rechtop te plaatsen.
Schakel het toestel onmiddelijk uit indien er wa-
•
ter of schuim uit het toestel lekt.
Gebruik het apparaat niet om water uit bakken,
•
emmers, wasbakken of badkuipen enz. op te zui-
gen.
Gebruik geen agressieve oplosmiddelen of schui-
•
mende produkten.
Onderhoud en herstellingen mogen enkel door
•
een bevoegde hersteldienst worden uitgevoerd.
Defecte onderdelen mogen enkel vervangen
worden door originele wisselstukken.
De fabrikant kan niet aansprakelijk worden
•
gesteld voor materiële of stoffelijke schade vo-
ortvloeiend uit foutief gebruik of het niet naleven
van de gebruiksvoorschriften.
GEBRUIK
DE KOP VERWIJDEREN
- Alvorens de kop (A) van de romp (I) af te halen
moet u de dop van het reservoir (afb. 4) verwijde-
ren.
- Maak de haken (G) los en til de kop op (A) (afb. 5).
Controleer of de minimum afstand tussen de dop
•
en het filter 18 cm is (afb. 6) om ervoor te zorgen
dat de vloeistof op de juiste manier uit de tank
opgezogen wordt.
Gebruik het filter (Z) (afb. 7) alleen met een droge
•
romp en droge hulpstukken.
STOFZUIGEN (DROOG ZUIGEN)
- Plaats het filter (Z) in de romp (I) (afb. 7).
- Plaats het filter(S2) OPTIONAL (afb. 11B-11C).
- Monteer de zuigkop (A) op de romp (I) en zet deze
met de haken vast (G) (afb. 8).
- Steek de slang (L) in de zuigmond (H) (afb. 9).
- Steek de verlengbuizen (M) in het uiteinde van
de slang (L) en sluit het meest geschikte hulpstuk
aan.
- Sluit het apparaat op een geschikt stopcontact
aan.
- Schakel de zuigfunctie in door op de schakelaar
(B) te drukken (afb. 10).
Werk nooit zonder filter!
•
• Het gebruik van het apparaat in geval van bijzon-
der fijn stof (kleiner dan 0,3 µm) vereist een gro-
tere reinigingsfrequentie van het meegeleverde
filter. Voor zwaarder gebruik kan de toepassing
van specifieke filters noodzakelijk zijn die als op-
tie leverbaar zijn (Hepa - code 5.212.0010).
NAT ZUIGEN
- Plaats het filter (S) onder de kop (A) (afb. 11)
- Monteer de zuigkop (A) op de romp (I) en zet deze
met de haken vast (G) (afb. 8).
- Steek de slang (L) in de zuigmond (H) (afb. 9).
- Steek de verlengbuizen (M) in het uiteinde van
de slang (L) en sluit het meest geschikte hulpstuk
aan.
- Sluit het apparaat op een geschikt stopcontact
aan.
- Schakel de zuigfunctie in door op de schakelaar
(B) te drukken (afb. 10).
Werk nooit zonder filter!
•
NL
21