nl
De elektropomp schakelt in maar de
prestaties zijn niet voldoende.
De elektropomp schakelt in maar
schakelt niet uit.
De hoofdbeveiliging van de installatie
schakelt in.
De aardlekbeveiliging van de installatie
schakelt in.
Als de pomp uitgeschakeld wordt draait
de pomp in de tegenovergestelde
richting.
9.
Buiten bedrijf stellen
De geldende plaatselijke wettelijke bepalingen en voorschriften voor de gescheiden afvalverwerking
moeten in acht genomen worden.
68
Temperatuur van de aangezogen
vloeistof te hoog.
Lagers van de motor versleten.
Draairichting onjuist.
Lucht in de leidingen.
Lucht in de pomp.
Pomp en/of leidingen verstopt.
Kleppen in gesloten of gedeeltelijk
gesloten stand geblokkeerd.
Start-/stopsysteem (vlotterschakelaar)
niet ingeschakeld.
Kortsluiting.
Aardlekken.
Lekken uit de balkeerklep.
Informatie voor de installateur en de onderhoudsmonteur
De werkomstandigheden van de
elektropomp controleren.
Contact opnemen met onze verkoop- en
servicedienst.
De draairichting controleren en indien
nodig twee fases in de schakelkast
verwisselen als het een driefase model
is of alle aansluitingen controleren als
het een monofase model is.
De lucht laten ontsnappen.
De lucht laten ontsnappen en het
minimum niveau van de vloeistof
controleren (
par. 3.1.6)
Demonteren en schoonmaken.
Demonteren en schoonmaken en de
klep indien nodig vervangen.
Het waterniveau in de bak controleren.
Als alles in orde is het systeem en de
betreffende aansluitkabels controleren.
De elektrische installatie controleren.
De isolatie van de onderdelen van de
elektrische installatie controleren.
De onderdelen repareren of vervangen.