2
Aansluiting van de meetpunten
COM
COM
VmA
De zwarte meetpunt (-) moet altijd op de 'COM-bus' worden
aangesloten. Bij stroommetingen > 200 mA moet de rode
meetpunt (+) op de '10 A-bus' worden aangesloten. Bij alle andere
meetfunctiesmoet de rode meetpunt (+) op de 'VmAΩ
worden aangesloten.
!
Let vóór iedere meting op dat de meetpunten correct zijn
aangesloten. In het andere geval kan dit leiden tot activering
van de zekering en schade binnen de meetkring.
3
Opmerkingen over de meting
Als de meeteenheid van tevoren niet bekend is, zet u de
draaischakelaar op het hoogste meetbereik of gebruikt u bij
stroommetingen de 10 A-aansluiting met het 10 A-meetbereik.
Verklein daarna stap voor stap het meetbereik totdat u een
tevredenstellende resolutie hebt bereikt.
4
Spanningsmeting DC
Zet de draaischakelaar voor de spanningsmeting op de positie '
met het dienovereenkomstige meetbereik (200 mV - 300 V).
Verbind vervolgens de meetcontacten met het meetobject.
De berekende meetwaarde en de polariteit worden op het display
weergegeven.
300
200
20
2
200
m
2M
200
k
20k
2k
28
NL
VmA
10A
10A
300
200
2000
BAT.
1.5V
BAT.
9V
200
COM
zwart
μ
20m
200m
10A
COM
VmA
VmA
bus'
rood
10A
10A
'