KOELMIDDEL- EN AFTAPLEIDING
4 KOELMIDDEL- EN AFTAPLEIDING
4.1 ALGEMEEN
FOUT
GOED
!
L E T O P
•
Maak geen helling omhoog of verhoging voor de aftapleiding, omdat
dan aftapwater terugvloeit in de unit en water in de ruimte lekt wan-
neer de unit wordt uitgeschakeld.
•
Sluit de aftapleiding niet aan op rioolleidingen of andere aftapleidin-
gen.
•
Wanneer de gemeenschappelijke aftapleiding wordt aangesloten op
andere binnenunits, moet de aansluitpositie van elke binnenunit ho-
ger liggen dan de gemeenschappelijke leiding. De leiding van de ge-
meenschappelijke aftapleiding moet groot genoeg zijn voor de grootte
van de unit en het aantal units.
4.2 DE KOUDEMIDDEL- EN AFTAPLEIDINGEN AANSLUITEN
De plaats voor aansluiting van de vloeistof-, de gas- en de
aftapleiding wordt hieronder weergegeven.
Gasleiding
Bedradings-
gaten
Vloeistofleiding
Gasleiding
96
Fout:
helling
omhoog
Fout:
Aansluiting van
gedeelte
loopt
aftapleiding
omhoog
Helling naar
beneden van
1/25~1/100
Aftaphevel
X
Y(*)
Gewone aftapleiding
Vloeistofleiding
Afta-
pleiding
PMML0323A rev.5 - 05/2016
•
De aftapleiding moet worden geïsoleerd als de afvoer wordt geïn-
stalleerd op een locatie waar condens kan vallen dat zich heeft ge-
vormd op de buitenkant van de aftapleiding en schade kan veroorzak-
en. De aftapleiding moet zodanig zijn geïsoleerd, dat geen dampen
kunnen ontsnappen en dat er geen condens wordt gevormd.
•
Naast de binnenunit moet een aftaphevel worden geplaatst. Deze
hevel moet op basis van goede ervaringen worden ontworpen en ge-
controleerd met water (gevuld) en getest op een juiste doorvoer. Bind
of klem de aftapleiding niet samen met de koudemiddelleiding.
?
O P M E R K I N G
•
(*) De Y-afstand moet hoger zijn dan X.
•
Installeer de afvoer in overeenstemming met de nationale en lokale
bepalingen.
Nadat u de aftapleiding en de elektrische bedrading hebt
aangelegd, controleert u of de waterdoorvoer probleemloos
verloopt aan de hand van de volgende procedure:
Unit controleren zonder afvoermechanisme
Giet ongeveer 1,8 liter water in het aftapreservoir (van
-
elke unit).
-
Controleer of het water gelijkmatig stroomt en of er geen
water lekt. Wanneer u geen water vindt aan het eind van
de aftapleiding, giet u nogmaals ongeveer 1,8 liter water
in het aftapreservoir.
?
O P M E R K I N G
Let op de dikte van het isolatiemateriaal wanneer u de leiding aan de
linkerkant maakt. Als het materiaal te dik is, kunt u de leiding niet in de
unit plaatsen.
Model
(mm)
Gasleiding
Vloeistof-
leiding
mm (inch)
RPI-16.0FSN3PE(-f)
RPI-20.0FSN3PE(-f)
Ø19,05 (3/4")
Ø22,2 (7/8")
Ø9,53 (3/8")
Ø9,53 (3/8")