5 | Installatie
7. Plaats de UltraVent op het frame. Let
op de juiste positie van de kabels
[
afbeelding
door de voorziene leiding aan de ach-
terkant van het frame geleid
[
afbeelding10].
8. Schroef de UltraVent met 2 schroeven
aan het frame vast [
9. Monteer de afdekplaat
[
afbeelding
openingsvariant van uw apparaat.
10. Ontgrendel de voorconstructie
[
afbeelding
11. Hang de voorconstructie aan de Ultra-
Vent [
afbeelding
de voorconstructie.
>>
De UltraVent is op het CombiMaster
Plus-apparaat gemonteerd
[
afbeelding
5.2 Elektriciteitsaansluiting
GEVAAR!
Hoge spanningen bij aansluiting op het
stroomnet
Levensgevaar bij werken met
hoogspanning.
Scheid de verbinding met de
n
stroomverzorging.
Controleer dat het apparaat geen
n
spanning meer heeft.
80.51.574_iCombi Pro-iCombi Classic_UV XS_IM_V01_EU-west
09]. De kabels worden
afbeelding
12]. Let op de deur-
13].
14]. Vergrendel
15].
stroomstoot door verkeerde
aansluiting
Wanneer de aders van de kabel
verkeerd worden aangesloten, bestaat
er levensgevaar.
11].
Sluit de aders volgens hun kleurcodes
correct aan.
5.2.1 Voorschriften voor de
elektriciteitsaansluiting
Algemene aanwijzingen
De UltraVent condensatiekap moet
n
aan een genormeerde voeding volgens
de geldige voorschriften (VDE) zijn
aangesloten.
Alvorens de stekker uit het contact te
n
trekken, of weer in het contact te ste-
ken, dient u erop te letten dat het ap-
paraat is uitgeschakeld, om het starten
van de UltraVent condensatiekap te
vermijden.
De condensatiekap moet ter plekke
n
met maximaal 16 A gezekerd worden.
Opmerkingen bij aansluitsnoeren
De condensatiekap is voorzien van een
n
ca. 2 m lang netsnoer.
Een aparte stekker moet worden ge-
n
monteerd.
Wanneer het aansluitsnoer moet wor-
n
den vervangen, gebruikt u een kabel
van de kwaliteit H05 RN-F 3x1,5 mm
De vervanging van het netsnoer mag
n
uitsluitend door vakpersoneel dat is
bevoegd door de fabrikant, worden
uitgevoerd.
GEVAAR!
59 / 112
nl
2
.