5 Het apparaat opstellen
en aansluiten
Het apparaat is voorzien voor montage in een
19"-rack (482 mm), maar kan ook als vrijstaand
tafelmodel worden gebruikt. Voor de montage in
een rack is 1 HE (1 rack-eenheid = 44,45 mm)
nodig.
De in- en uitgangen mogen enkel worden
aangesloten en gewijzigd, wanneer de CD-113
en de aan te sluiten apparatuur is uitgeschakeld.
1) Verbind de jacks CD PLAYER OUT (19) [L =
linker kanaal, R = rechter kanaal] via een
cinch-kabel met een cd-speleringang, b.v.
van een mengpaneel of een versterker.
2) Ten slotte verbindt u het meegeleverde net -
snoer eerst met de POWER-jack (20) en
plugt u de stekker ervan in een stopcontact
(230 V~ / 50 Hz).
6 Bediening
Schakel het toestel in met de POWER-schake-
laar (1). Op het display (5) verschijnt de melding
"Welcome".
Eerst leest het apparaat de cd in. Als er geen
cd is ingeschoven, wordt de USB-stick ingele-
zen. Als er geen USB-stick is ingestoken, wordt
de SD/ MMC-geheugenkaart ingelezen. Als er
ook geen geheugenkaart wordt gedetecteerd,
verschijnt het displaybericht "NO DISC".
6.1 Afstandsbediening
1) Om de batterijen (2 × 1,5 V, maat AAA =
micro) aan te brengen, moet u aan de ach-
terzijde van de afstandsbediening het deksel
van het batterijvakje afnemen. Breng de bat-
terijen aan zoals in het batterijvak is aange-
geven. Sluit het vak opnieuw met het deksel.
Als de afstandsbediening langere tijd niet
wordt gebruikt, neemt u de batterijen eruit,
zodat ze niet wordt beschadigd bij eventueel
uitlopen van de batterijen.
2) Houd de afstandsbediening steeds naar de
sensor IR (7) gericht, als u op een toets drukt.
De visuele verbindingslijn tussen de afstands-
bediening en de sensor mag worden belem-
merd.
3) Als het bereik van de afstandsbediening het
laat afweten, zijn de batterijen bijna leeg en
moeten ze worden vervangen.
Lege batterijen horen niet in het
huisvuil. Verwijder ze voor een
milieuvriendelijke verwerking uitslui-
tend als KGA (b.v. de inzamelbox in
de detailhandel).
6.2 Tracks afspelen
1) Schuif een cd met het label naar boven
gericht in de sleuf (4) tot de cd automatisch
wordt ingetrokken
en / of
steek een USB-stick in de USB-aansluiting
(6) of verbind een harde schijf (evt. met eigen
voeding) met de USB-aansluiting
en / of
steek een SD/ MMC-geheugenkaart in de slot
SD/ MMC CARD (2). Daarbij moet de afge-
schuinde hoek van de kaart omhoog gericht
zijn.
2) Selecteer de geluidsdrager (cd, USB-stick,
geheugenkaart) evt. met de toets FUNC (17).
3) Na het inlezen wordt het afspelen van de eer-
ste track automatisch gestart. Bij uitgescha-
kelde Auto Start-functie (hfdst. 4), start u het
afspelen van de eerste track met de toets
PLAY/PAUSE (11). Om een andere tracks te
selecteren, zie hoofdstuk 6.3.
4) Tijdens het afspelen verschijnt in de boven-
ste displayregel het weergavesymbool . In
de onderste regel verschijnt het nummer
(TR ...) van de huidige track en de reeds ver-
streken speeltijd (min. : sec.) van de track.
Helemaal rechts wordt MP3 weergegeven bij
tracks in mp3-formaat of CDA bij gewone
audio-cd's.
Met de toets REMAIN (13) kunt u wisselen
tussen de weergave van de reeds verstreken
speeltijd en de resterende speeltijd van een
track.
5) Bij mp3-bestanden staan in de bovenste
regel continu volgende gegevens:
File – ...
= bestandsnaam
Title – ...
= tracknaam
Artist – ... = naam van de artiest
Album – ... = naam van het album
Opmerking: Als er gegevens ontbreken, verschijnt
het displaybericht "„Unknown" in de plaats.
Met de toets ID3 (24) kunt u deze doorlo-
pende informatie uit- en opnieuw inschakelen.
6) Door op de toets DISPLAY (23) van de
afstandsbediening te drukken, kunt bij mp3-
bestanden in de onderste displayregel ver-
schillende gegevens oproepen:
Basisinstelling
In de onderste regel wordt het tracknum-
mer en de reeds verstreken of de reste-
rende speeltijd van de track weergegeven
1 ste keer drukken op de toets
De naam van de map wordt weergegeven
2 de keer drukken op de toets
Het aantal mappen en tracks wordt weer-
gegeven
3 de keer drukken op de toets
Terugschakelen naar de basisinstelling
7) Met de toets PLAY/ PAUSE kunt u tussen
afspelen en pauze wisselen. In de pauzemo-
dus wordt het pauzesymbool
ven, en de tijdsaanduiding knippert.
8) Mocht na afspelen van een track niet onmid-
dellijk de volgende track worden afgespeeld,
maar in de plaats hiervan naar pauze worden
geschakeld, dan gebruikt u toets PLAY 1 (25)
om naar Afspelen van een individuele track te
schakelen: In de bovenste regel van het dis-
play verschijnt even de melding PLAY1 ON
en dan continu het symbool
toets PLAY/ PAUSE om de volgende track te
starten. Om het Afspelen van een individuele
track uit te schakelen, drukt u opnieuw op de
toets PLAY 1.
9) Om de afspeelsnelheid te wijzigen, draait u
de regelaar SPEED (18) naar links of rechts.
Om met de normale snelheid af te spelen,
draait u de regelaar in de middelste stand;
daar klinkt hij vast.
10) Als u het afspelen voortijdig wenst te beëindi-
gen, druk dan op de toets STOP (10).
11) Om een cd uit te werpen, drukt u op de
toets EJECT (12). Op het display verschijnt
"EJECT". De cd komt uit de invoersleuf en
kan eruit worden genomen. Als de cd niet uit
de intreksleuf wordt genomen, trekt de cd-
speler deze na ca. 10 seconden automatisch
weer in.
6.3 Een track selecteren
6.3.1 Het tracknummer rechtstreeks
selecteren
Met de cijfertoetsen (3) kunt u een track door
invoeren van het nummer ervan rechtstreeks
selecteren. Om de track te starten, drukt u ver-
volgens op de toets PLAY/ PAUSE (11). Voor-
beelden:
Tracknr.
Toetsen
4
27
135
1, 3, 5, PLAY/ PAUSE
Opmerking: De mp3-tracks worden door het apparaat
als volgt doorgenummerd:
1. alle tracks zonder mappen in de hoofdindex
2. alle tracks in mappen in de hoofdindex
3. alle tracks in submappen etc.
De nummering van de tracks en mappen gebeurt niet in
alfabetische volgorde.
6.3.2 Naar een volgende of vorige track gaan
Om een of meerdere tracks vooruit te gaan of
terug te keren, drukt u kort (meerdere keren) op
de toets CUE resp. REV (9).
Toets CUE: naar de volgende track gaan
Toets REV: naar het begin van de geselecteerde
track terugkeren. Door verschillende keren op
de toets REV te drukken, wordt telkens een track
teruggesprongen.
Opmerking: Druk slechts even op de toetsen REV en
CUE, anders wordt er snel achteruit of vooruit gezocht.
6.3.3 Mapselectie
Bij mp3-bestanden in meerdere mappen (be -
standsindexen) kunt u tijdens het afspelen met
de toetsen FOLDER (14) naar de eerste track
van de volgende map (toets
ste track van de vorige map (toets
Om een bepaalde map te selecteren, is het
eenvoudiger om eerst met de toets DISPLAY
(23) de onderste displayregel om te schakelen
naar weergave van de mapnaam. Na drukken op
de toets FOLDER
display eerst het mapnummer, dan het track-
nummer en vervolgens de mapnaam.
6.4 Snel vooruit / achteruit zoeken
weergege-
Om snel vooruit te zoeken, houdt u de toets CUE
(9) ingedrukt, om snel achteruit te zoeken de
toets REV.
6.5 Herhalingsfuncties en
willekeurige weergave
Met de toets REPEAT (15) kunt u een van de
herhalingsfuncties en het afspelen van de tracks
in willekeurige volgorde inschakelen:
. Druk op de
Basisinstelling (PLAY ALL)
Alle tracks van de geluidsdrager of van een
geprogrammeerde reeks tracks worden één
keer afgespeeld, hierna eindigt het afspelen.
eerste keer drukken op de toets
(PLAY ALL RANDOM)
eenmalige weergave van de tracks in wille-
keurige volgorde
volgende keer drukken op de toets
(REPEAT TRACK)
continue herhaling van de geselecteerde track
volgende keer drukken op de toets
(REPEAT FOLDER)
continue herhaling van alle tracks in de gese-
lecteerde map
(functie alleen bij mp3-bestanden beschikbaar)
volgende keer drukken op de toets:
(REPEAT ALL)
continue herhaling van alle tracks
volgende keer drukken op de toets
(RANDOM REPEAT)
continu afspelen van de tracks in willekeurige
volgorde
volgende keer drukken op de toets (PLAY ALL)
Terugschakelen naar de basisinstelling
4, PLAY/ PAUSE
2, 7, PLAY/ PAUSE
) en naar de eer-
) springen.
of
verschijnt op het
NL
B
19