25. Tijdens het uitvoeren van onderhouds- of
reparatiewerkzaamheden moeten alle veront-
reinigde onderdelen die niet naar tevredenheid
kunnen worden schoongemaakt, worden
weggegooid. Dergelijke onderdelen moeten
worden weggegooid in ondoordringbare zak-
ken conform alle huidige regelgeving voor het
weggooien van dergelijk afval.
26. VERVANGINGSONDERDELEN. Gebruik
tijdens reparaties uitsluitend identieke
vervangingsonderdelen.
27. BERG EEN STOFZUIGER DIE NIET WORDT
GEBRUIKT VEILIG OP. Wanneer de stofzuiger
niet wordt gebruikt, dient hij binnenshuis te
worden opgeborgen.
28. Natte filters en het binnenste deel van het
vloeistofreservoir moeten worden gedroogd
voordat ze worden opgeborgen.
29. Behandel uw stofzuiger voorzichtig. Een ruwe
behandeling kan leiden tot een defect van zelfs
de meest stevig gebouwde stofzuiger.
30. Probeer niet de buitenkant of binnenkant van de
stofzuiger schoon te maken met wasbenzine,
thinner of schoonmaakmiddelen. Hierdoor kun-
nen barsten en verkleuringen ontstaan.
31. Gebruik de stofzuiger niet in een afgesloten
ruimte waarin brandbare, explosieve of gif-
tige dampen worden afgegeven door verf op
olie-basis, thinner, benzine, bepaalde mot-
tenbestrijdingsmiddelen, enz., of op plaatsen
waar brandbaar stof aanwezig is.
32. Gebruik dit of enig ander gereedschap niet
wanneer u onder invloed bent van drugs of
alcohol.
33. Als basisveiligheidsmaatregel gebruikt u
een beschermende bril of veiligheidsbril met
zijstukken.
34. Gebruik een stofmasker onder stoffige
werkomstandigheden.
35. Dit apparaat is niet bedoeld voor gebruik door
personen, waaronder kinderen, met een ver-
minderd lichamelijk, zintuiglijk of geestelijk
vermogen, of gebrek aan kennis en ervaring.
36. Kinderen dienen onder toezicht te staan om
ervoor te zorgen dat zij niet met de stofzuiger
spelen.
37. Hanteer de stofzuiger en accu('s) nooit met
natte handen.
38. Wees bijzonder voorzichtig tijdens stofzuigen
op een trap.
39. Gebruik de stofzuiger niet als een kruk of
werkbank. Anders kan het apparaat vallen,
waardoor persoonlijk letsel kan worden
veroorzaakt.
Gebruik en verzorging van gereedschap dat op een
accu werkt
1.
Laad alleen op met de acculader aanbevolen
door de fabrikant. Een acculader die geschikt
is voor een bepaald type accu, kan brandgevaar
opleveren indien gebruikt met een ander type accu.
Gebruik elektrisch gereedschap uitsluitend
2.
met de daarvoor bestemde accu. Gebruik van
andere accu's kan gevaar voor letsel of brandge-
vaar opleveren.
3.
Als de accu niet wordt gebruikt, houdt u deze
uit de buurt van metalen voorwerpen, zoals
paperclips, muntgeld, sleutels, spijkers,
schroeven en andere kleine metalen voorwer-
pen die een kortsluiting kunnen veroorzaken
tussen de accupolen. Kortsluiting tussen de
accupolen kan leiden tot brandwonden of brand.
4.
Onder zware gebruiksomstandigheden kan
vloeistof uit de accu komen. Voorkom aanra-
king! Als u er per ongeluk mee in aanraking
komt, spoelt u het er met water af. Als de vloei-
stof in uw ogen komt, raadpleegt u tevens een
arts. Vloeistof uit de accu kan irritatie en brand-
wonden veroorzaken.
5.
Gebruik geen accu of gereedschap dat
beschadigd of gewijzigd is. Beschadigde of
gewijzigde accu's kunnen onvoorspelbaar gedrag
vertonen dat kan leiden tot brand, explosie of
gevaar van letsel.
Stel een accu of gereedschap niet bloot
6.
aan vuur of buitensporige temperaturen.
Blootstelling aan vuur of temperaturen hoger dan
130 °C kunnen een explosie veroorzaken.
7.
Volg alle oplaadinstructies en laad de accu
of het gereedschap niet op buiten het tem-
peratuurbereik opgegeven in de instructies.
Verkeerd opladen of bij een temperatuur buiten
het opgegeven bereik kan de accu beschadigen
en de kans op brand vergroten.
BEWAAR DEZE
VOORSCHRIFTEN.
WAARSCHUWING:
door een vals gevoel van comfort en bekendheid
met het gereedschap (na veelvuldig gebruik)
en neem alle veiligheidsvoorschriften van het
betreffende gereedschap altijd strikt in acht.
VERKEERD GEBRUIK of het niet naleven van de
veiligheidsvoorschriften in deze gebruiksaanwij-
zing kan leiden tot ernstig letsel.
Belangrijke veiligheidsinstructies
voor een accu
1.
Lees alle voorschriften en waarschuwingen op
(1) de acculader, (2) de accu, en (3) het product
waarvoor de accu wordt gebruikt, alvorens de
accu in gebruik te nemen.
2.
Haal de accu niet uit elkaar en saboteer hem
niet. Dit kan leiden tot brand, buitensporige hitte
of een explosie.
3.
Als de gebruikstijd van een opgeladen accu
aanzienlijk korter is geworden, moet u het
gebruik ervan onmiddellijk stopzetten.
Voortgezet gebruik kan oververhitting, brand-
wonden en zelfs een ontploffing veroorzaken.
4.
Als elektrolyt in uw ogen is terechtgeko-
men, spoelt u uw ogen met schoon water
en roept u onmiddellijk de hulp van een
dokter in. Elektrolyt in de ogen kan blindheid
veroorzaken.
77 NEDERLANDS
Laat u NIET misleiden