OPKLAPPEN OM OP TE BERGEN:
Verwijder de kogelknop voorzichtig en schuif de stabilisatoren samen om het apparaat op te klappen.
Plaats de kogelknop terug en berg het apparaat veilig op.
TRANSPORT:
Kantel het apparaat naar voren tot de voorste stabilisatorwielen vastklikken en de grond raken, terwijl je
het stuur vasthoudt. Schuif het apparaat naar de gewenste plaats en laat de onderste stabilisator voor-
zichtig op de grond zakken.
Stel de hoogte van de
zadelsteun niet in boven de
MAX-markering!
De verstelpen moet in een
van de voorgeboorde za-
delsteuninstellingen worden
gestoken. Gebruik het appa-
raat niet als de pen niet hele-
maal in een van de gewenste
standen vastzit.
5. AANPASSINGEN
WEERSTANDSREGELAAR:
Gebruik voor de spanningsregelaar de instelknop
onder het display. Draai het wieltje met de klok mee
(+) om de spanning te verhogen. Draai het wieltje
tegen de klok in (-) om de spanning te verlagen.
ZITHOOGTEVERSTELLING:
1. Draai de knop voor de zithoogteverstelling onder
de zitting tegen de klok in los.
2. Trek de knop een eindje van de zadelsteun af en
stel in op welke hoogte je de zitting wilt plaatsen.
3. Schroef dan de knop er weer in met de wijzers
van de klok mee, zodat hij goed vastzit.
102
Verstelpen