NEDERLANDS
6.2.1 Plaatsing van de omgevingstemperatuursensor
De sensor moet worden geïnstalleerd in de buurt van de
zij- of voorste convectieluchtinlaten aan de onderkant
van de haardombouw.
Plak de sensorhouder op de luchtinlaten (A . 6.2.2).
6.3 AANSLUITING VOOR
WARMELUCHTVERSPREIDING
Alleen voor versies met luchtverspreiding.
Aansluiting voor verspreiding van lucht voor verwarming
van individuele ruimten
Neem de uiteinden van de flexibele buis en rek ze uit met
een roterende beweging (A . 6.3.1).
Snij hem af op de gewenste lengte (niet langer dan
200 cm) en installeer vervolgens de uitgangen op de
gewenste plaatsen.
Bevestig de flexibele buis (1) op de ringen (3) met behulp
van de klemringen (1) (A . 6.3.2).
Verspreidingsbuizen moeten worden geïsoleerd met
isolatiemateriaal.
De uitlaatroosters moeten op een hoogte van 1,8-2,0 m
boven de vloer worden geplaatst, zodat de verwarmde lucht
niet op mensen wordt gericht.
Het wordt niet aanbevolen om kanalen te bouwen die
langer zijn dan 7 - 8 m.
Aansluiting voor verspreiding van lucht voor verwarming
van een aantal ruimten
Voor het verwarmen van meerdere ruimtes is het mogelijk
om metalen kanalen voor luchtverspreiding te maken
volgens onderstaand schema:
flexibele aluminium buis - maximale lengte van elke buis
7 ÷ 8 m;
gladde metalen buis of kanaal - lengte tot 12 m voor een
enkel kanaal; 8 - 9 m voor een dubbel kanaal.
Installeer een rooster in dezelfde ruimte als de inzethaard
en de andere in een tweede ruimte.
Het is mogelijk om warme lucht te verdelen met een
flexibele buis tot aan de uitgang van de verdeelbuizen.
De luchtverspreidingskanalen moeten een inwendige
doorsnede hebben van 20 × 20 cm en zijn gemaakt van
glad gegalvaniseerd plaatstaal en geïsoleerd met 30 mm
dik isolatiemateriaal om geluidsoverlast en warmteverlies
te voorkomen.
(A . 6.3.3: A-dubbel kanaal),
(A . 6.3.4: (B- enkel kanaal).
Als de haard wordt gebruikt om 2 of meer aangrenzende
ruimten te verwarmen, is het noodzakelijk om de
recirculatie van de omgevingslucht te ondersteunen om de
temperatuur in de verschillende ruimten te harmoniseren;
het is daarom noodzakelijk om doorgangsroosters op
deuren te plaatsen of de deuren open te laten staan.
82
A
A . 6.3.3
A . 6.2.2
A . 6.3.1
1
3
2
A . 6.3.2
B
A . 6.3.4