NL
86
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
•
Let op! Dit autostoeltje is geschikt voor groep I (9-18 kg), groep II (15-25
kg) en groep III (22-36 kg), of voor de leeftijdsgroep 9 maanden tot 12 jaar.
•
Lees deze handleiding zorgvuldig door en volg de instructies van de
fabrikant van dit kinderautostoeltje. Het kinderautostoeltje is alleen veilig
wanneer hij volgens de instructies in deze handleiding op correcte wijze
wordt geïnstalleerd.
•
De juiste installatie is uiterst belangrijk voor de veiligheid van uw
kinderautostoeltje. De veiligheidsgordel van uw voertuig moet langs de
rode gordelvoering van het autostoeltje worden geleid. Probeer nooit iets
anders dan de gemarkeerde gordelvoeringen te gebruiken.
•
De achterbank is de veiligste plaats voor het autostoeltje. Het stoeltje
mag alleen in een voorwaarts gerichte positie worden gebruikt met een
automatische 3-punts veiligheidsgordel die toegelaten is conform ECE
R 16 of een gelijkwaardige norm. Het voertuig moet voorzien zijn van
ISOFIX bevestigingen.
•
Plaats het autostoeltje nooit op een zitting die voorzien is van een frontale
airbag, daar dit tot zwaar letsel of de dood kan leiden.
•
Controleer voor het bevestigen van het autostoeltje dat er zich geen
zware, scherpe of losse objecten in het voertuig bevinden.
•
De gordel mag absoluut niet gedraaid worden.
•
Let erop dat het kinderstoeltje niet beschadigd doordat het tussen harde
objecten (autodeur, stoelrail) vastgeklemd zit.
•
Na een ongeval moet de babyschaal direct worden vervangen.
•
Controleer, voordat u de babyschaal gebruikt, dat er zich geen zware,
scherpe of losse objecten in het voertuig bevinden.
•
Het kinderstoeltje moet met de stoffen bekleding worden gebruikt.
Gebruik altijd de originele bekleding, want die draagt bij tot de veiligheid
van het stoeltje.
•
Het wordt niet aangeraden een tweedehands autostoeltje te gebruiken,
daar de geschiedenis van het stoeltje niet bekend is.
•
Verzeker uzelf ervan dat het gordelsysteem van het stoeltje correct voor
uw kinderstoeltje is ingesteld. Het moet relatief strak zitten, zodat niet
meer dan één of twee vingers tussen de borstkas en de gordel passen.
•
Laat uw kind nooit zonder toezicht achter in de auto.
•
Let erop dat kinderen niet met de sluiting van de gordel spelen.
•
Zorg tijdens lange ritten voor een korte pauze waarbij uw kind van wat
ontspanning en frisse lucht kan profiteren.
•
Verander het autostoeltje niet en voeg er evenmin iets aan toe, volg bij de
installatie en het gebruik de instructies van de fabrikant.
•
Bewaar deze handleiding als naslagwerk.
•
De onbuigzame en kunststof onderdelen van een
kinderbeveiligingssysteem moeten zo zijn geplaatst en geïnstalleerd dat zij
tijdens het dagelijkse gebruik van het voertuig niet door een bewegende
stoel of autodeur beklemd kunnen raken.
•
Let erop dat de heupgordel zover naar onderen geplaatst wordt dat het