ISOFIX + 3-punts gordel + bovenste gordel
Het semi-universele kinderbeveiligingssysteem kan in de onderstaande
posities in de auto worden geïnstalleerd.
Bijrijdersplaats
/
niet toegestaan
Dit kinderbeveiligingssysteem is alleen toegestaan in voertuigen die voorzien
zijn van een 3-punts veiligheidsgordel conform GB14166 of ECE R16.
•
De heupgordel en schoudergordel moeten altijd worden gedragen
wanneer uw kind zich in het kinderautostoeltje bevindt.
•
Zorg ervoor dat het kinderautostoeltje zich zo ver mogelijk op de
autostoel bevindt.
•
Verwijder de hoofdsteun van de autostoel als dit een correcte installatie
van het kinderbeveiligingssysteem hindert. Zet de hoofdsteun weer op zijn
plaats als u het kinderbeveiligingssysteem uit het voertuig haalt.
•
Plaats het kinderstoeltje op de autostoel.
•
Draai de verstelknop tegen de klok in en trek de ISOFIX bevestiging zo
ver mogelijk uit. Zorg ervoor dat deze niet terug kan worden gedrukt (zie
afbeelding 11).
•
Schuif de kinderautostoel zo ver mogelijk terug op de autostoel. Schuif de
ISOFIX bevestiging van de kinderautostoel in de ISOFIX verankering van
het voertuig totdat u een klik hoort (zie afbeelding 12).
Achterbank
zijkant
toegestaan
midden
niet toegestaan
NL
95