PROEFDRAAIMENU
Element
Optionele functie
K4
Niet in gebruik
Detectieniveau van de
K5
bewegingssensor
Selectie van toegestane
bedrijfsmodi wanneer de
K6
besturingssensor van de
binnenunit is ingesteld
op functie C8
K7
Niet in gebruik
Regeling voor
de preventie van
K8
condensatie op de
lamellen.
K9
Niet in gebruik
KA
Niet in gebruik
L1
Niet in gebruik
L2
Niet in gebruik
557
PMML0496 rev.1 - 12/2020
Individu-
Instel-
ele instel-
lingen
ling
00
01
-
-
02
03
Standaard (fabrieksinstelling)
00
O
Hoog
01
Laag
02
Alle modi toegestaan
00
Alleen koelen/drogen toegestaan
01
O
Alleen verwarming toegestaan
02
Alle modi toegestaan
03
00
01
-
-
02
03
Functie niet geactiveerd
00
(fabrieksinstelling)
O
Functie ingeschakeld
01
00
-
-
01
00
-
-
01
00
01
-
-
02
03
00
01
-
-
02
03
Instelvoorwaarden
Gebruiken als 00 condities
Modellen:
RPF(I)-FSN2E
Niet beschikbaar, gebruiken bij 00
condities.
Deze parameter definieert de
gevoeligheid van de bewegingssensor. De
hoeveelheid activiteit in de kamer wordt
beoordeeld op basis van een andere
schaal op basis van deze instelling.
Gedetailleerde informatie over de werking
van de bewegingssensor is te vinden
in de technische documentatie van de
binnenunits.
Deze functie wordt gebruikt om de
bedrijfsmodi te selecteren waarin de
instelling van C8 (gebruik van de sensor
van de afstandsbediening of externe
sensor op THM4 om de binnenunit te
bedienen) is ingeschakeld.
Gebruiken als 00 condities
Er kan in de koeling/ontvochtigingsmodus
condensatie optreden rond de luchtuitlaat
wanneer de luchtstroom langere tijd
horizontaal en neerwaarts blaast.
Deze functie wordt gebruik om
condensatie te voorkomen door de hoek
van de lamellen elk uur 30 minuten
lang automatisch in de derde stap te
schakelen.
(In RPK-units wordt deze functie
geactiveerd met DSW2-4 in plaats van de
optionele functie K8)
Gebruiken als 00 condities
Gebruiken als 00 condities
Gebruiken als 00 condities
Gebruiken als 00 condities
Beschrijving