6. Elektrische aansluitingen
Dwarsdoorsnede van kabel voor hoofdstroomvoorziening en aan/uit-capaciteit
Model
~/N 220/230/240 V 50 Hz
P112-140V
Buitenapparaat
P112-140Y
3N-380/400/415 V 50 Hz
*1. Gebruik een netscheider zonder smeltveiligheid (NF) of een aardlekschakelaar (NV) met een contactopening van minimaal 3,0 mm per pool.
Totale stroomsterkte van de binnenunit
F0 = 16 A of minder *2
F0 = 25 A of minder *2
F0 = 32 A of minder *2
Volgens IEC61000-3-3 over max. toegelaten systeemimpedantie.
*1 De aardlekschakelaar moet omvormercircuits ondersteunen.
De aardlekschakelaar moet met een lokale schakelaar of stroomonderbreker worden gecombineerd.
*2 Gebruik de grootste waarde van F1 of F2 als waarde voor F0.
F1 = Totale maximale stroomsterkte van binnenunits x 1,2
F2 = {V1 × (aantal van type1)/C} + {V1 × (aantal van type2)/C} + {V1 × (aantal van type3)/C} + {V1 × (aantal van andere)/C}
Aansluiten op aftakdoos (PAC-MK·BC)
Binnenunit
Type 1
SEZ-KD·VA, PCA-RP·KAQ, PLA-ZRP·BA(.UK)
Type 2
PEAD-RP·JAQ(L).UK
Type 3
MLZ-KA·VA, SLZ-KA, VAQ(L)3
Type 4
MSZ-FH·VE, MSZ-SF·VE, MSZ-EF·VE, MSZ-SF·VA
Type 5
MFZ-KJ·VE
Type 6
Aftakdoos (PAC-MK·BC)
Aansluiten op aansluitset (PAC-LV11M)
Binnenunit
MSY-EF·VE, MSY-GE·VA, MSY-GH, MSZ-GE·VA,
Type 1
MSZ-SF·VA, MSZ-SF·VE, MSZ-EF·VE, MSZ-FH·VE
Type 2
MFZ-KJ·VE
Type 3
Aansluitset (PAC-LV11M)
Binnenunit
PMFY-VBM, PLFY-VBM, PEFY-VMS1, PCFY-NKMU,
Type 1
PKFY-VHM, PKFY-VKM
Type 2
PLFY-VCM
Type 4
PKFY-VBM
Type 5
PEFY-VMA
PLFY-VLMD, PEFY-VMH, PEFY-VMR, PDFY-VM,
Type 6
PFFY-VLEM
C: Veelvoud van uitschakelstroom bij uitschakeltijd 0,01 sec.
Gebruik "C" van uitschakelkarakteristieken van de onderbreker.
<Voorbeeld van "F2" berekening>
*Voorwaarde PEFY-VMS × 4 + PEFY-VMA × 1, C = 8 (zie de voorbeeldtabel hier rechts)
F2 = 18,6 × 4/8 + 38 × 1/8
= 14,05
→ 16 A onderbreker (Uitschakelstroom = 8 × 16 A bij 0,01 sec.)
*3 De stroomgevoeligheid wordt berekend met de volgende formule.
G1 = V2 × (Hoeveelheid van Type1) + V2 × (Hoeveelheid van Type2) + V2 × (Hoeveelheid van Type3)
+ V2 × (Hoeveelheid van Overige) + V3 × (Draadlengte [km])
G1
Stroomgevoeligheid
30 of minder
30 mA 0,1 sec. of minder
100 of minder
100 mA 0,1 sec. of minder
Draaddikte
2
1,5 mm
2
2,5 mm
2
4,0 mm
1. Houd bij het aanbrengen van bedrading en verbindingen rekening met de plaatselijke omstandigheden (plaatselijke temperatuur, direct zonlicht, regenwater enzovoort).
2. De aangegeven draadgrootte is het minimum voor metalen bedrading. Het elektriciteitssnoer moet 1 orde dikker zijn in verband met voltageverlies. Zorg
ervoor dat het voltage van de stroomvoorziening niet meer dan 10% daalt.
3. De bedrading moet voldoen aan de plaatselijke eisen.
4. De elektriciteitssnoeren voor onderdelen van apparaten die buiten worden gebruikt, mogen niet lichter zijn uitgevoerd dan flexibel snoer met polychloropreen
omhulsel (ontwerp 60245 IEC57). U kunt bijvoorbeeld YZW-bedrading gebruiken.
5. Breng een aarding aan die langer is dan de andere kabels.
66
Dwarsdoorsnede van minimum kabeldikte (mm
Voeding
Hoofdkabel
5,5(6)
~/N 220 V 60 Hz
1,5
Minimale draaddikte (mm
Hoofdkabel
Aftakking
1,5
1,5
2,5
2,5
4,0
4,0
V1
19,8
26,9
9,9
6,8
7,4
5,1
V1
6,8
7,4
3,5
V1
19,8
9,9
3,5
38
0
V3
48
56
66
2
)
Onderbrekingsschakelaar voor
Aftakking
Aarde
–
5,5(6)
–
1,5
2
)
Aardlekschakelaar *1
Aarde
20 A stroomgevoeligheid *3
1,5
30 A stroomgevoeligheid *3
2,5
40 A stroomgevoeligheid *3
4,0
V2
2,4
3,0
V2
2,4
V2
2,4
1,6
0
Aardlekschakelaar
bedrading*1
32 A
32 A 30 mA 0,1 s of minder
16 A
16 A 30 mA 0,1 s of minder
Lokale schakelaar (A)
Stroomonderbreker
Capaciteit
Zekering
16
16
25
25
32
32
Voorbeeldtabel
6000
600
VOORBEELD
60
10
1
0,1
0,01
1
2
3
4
6
Nominale uitschakelstroom (x)
(NFB)
20
30
40
8
10
20
C