13
5.6 Bepaling van het reactiepunt
WAARSCHUWING:
Voorkom letsel. Houd uw handen weg van
de reactiearm, en uit de buurt van het
werkgebied.
WAARSCHUWING:
momentsleutel nooit tegen losse
delen afsteunen. Door de kracht
van de momentsleutel kunnen
losse delen wegslingeren.
BELANGRIJK:
reactiearm beweegt altijd in tegengestelde
richting van de draaibeweging van de dop of
inbusaandrijving.
VOORZICHTIG:
veiligheidsvoorschriften in figuur
13
en
. De momentsleutel moet
tegen een stabiel punt steunen.
BELANGRIJK:
veiligheidsvoorschriften op uit figuur
4
5
6
7
,
,
,
en
VOORZICHTIG: Zie figuur
reactiekracht moet volledig overgedragen
Zie
figuur
Laat
13
Zie
figuur
Zie
3
Volg
10
.
5
12
+
worden via de reactiearm, op gelijke hoogte
met de dop of inbusaandrijving.
VOORZICHTIG: Zie figuur
nooit de reactiearmbeweging tegen het
reactiepunt. Houd handen, slangen en de
zwenkende slangkoppeling uit de buurt van
de reactiearm.
5.7 Los- en vastdraaien (vervolg)
Bedien voor het vastdraaien de pomp in de
toevoerrichting door de toevoerknop in te
drukken. Raadpleeg de handleiding van de
pomp. De momentsleutel draait tot het einde
van de rotatiecyclus bereikt is. Als de
momentsleutel stopt, laat u de toevoerknop
los, zodat de momentsleutel automatisch
kan terugdraaien. De momentsleutel is
volledig teruggedraaid als het 'ratelen'
(klikken) stopt. Herhaal deze procedure
totdat de dop of de inbusaandrijving niet
13
.
meer draait.
LET OP: De dop of de inbusaandrijving mag
niet ronddraaien tijdens de retourslag.
BELANGRIJK: Na het bereiken van de
de
ingestelde
momentsleutel niet meer rond, terwijl de
manometer de ingestelde druk weergeeft.
Kijk op de manometer van de pomp en
controleer of de bout/moerverbinding op de
ingestelde waarde aangedraaid is.
.
De
U mag het moment vergroten als een bout of
moer niet loskomt. De volgende punten
mogen echter niet overschreden worden:
• Het maximale moment voor de boutmaat,
de
om afbreken of afschuiven te voorkomen.
4
,
• De maximale druk (aanhaalmoment) voor
de inbusaandrijving, om afschuiven van de
bout
inbusaandrijving
de
maximale
2
3
,
,
inbusaandrijvingen wordt weergegeven op
pagina 94 en 95.
• De maximale druk van 800 bar (11600 psi).
. De
90
druk
(moment),
en
beschadiging
te
voorkomen.
aanhaalmoment
13
. Belemmer
draait
de
van
de
Het
voor