12. PROBLEEMOPLOSSING
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.
12.1 Wat te doen als...
Neem in alle gevallen die niet in deze tabel zijn opgenomen contact op met een erkend
servicecentrum.
Het apparaat gaat niet aan of warmt niet op
Probleem
U kunt het apparaat niet inschakelen of gebrui‐
ken.
Het apparaat warmt niet op.
Het apparaat warmt niet op.
Het apparaat warmt niet op.
Onderdelen
Probleem
De verlichting werkt niet.
De draaispitset maakt geluid.
Foutcodes
Op het display verschijnt...
PROBLEEMOPLOSSING
Controleer of de volgende zaken van toe‐
passing zijn...
Het apparaat is op de juiste manier op een
elektrische toevoer aangesloten.
De automatische uitschakeling is gedeacti‐
veerd.
De zekering is niet doorgeslagen.
Het slot is uitgeschakeld.
Controleer of de volgende zaken van toe‐
passing zijn...
De lamp is opgebrand. Neem contact op met
een erkend servicecentrum.
Er bevinden zich voedselresten onder de draai‐
plateauset.
Controleer of de volgende zaken van toe‐
passing zijn...
25/160