brand nooit met water; gebruik altijd een branddeken,
deksel of bord.
2. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
2.1 lnstallatie
WAARSCHUWING!
Dit apparaat mag uitsluitend door een erkende
monteur wordengeïnstalleerd.
Indien de veiligheidsinstructies en
waarschuwingen niet worden opgevolgd, kan
de fabrikant niet aansprakelijk worden gesteld
voor de schade die daarvan het gevolg is.
Ÿ
Dit apparaat mag uitsluitend door een
erkende monteur worden geïnstalleerd.
Ÿ
Zorg er voorafgaand aan de installatie, voor
dat de lokale distributie voorwaarden
(spanning, frequentie, gas soort en druk) en
de aansluitingen van het toestel compatibel
zijn.
Ÿ
De spanning, frequentie, vermogen, de
gassoort en het land waarvoor het toestel is
ingericht staan vermeld op het
gegevensplaatje.
Ÿ
Controleer het apparaat op transportschade.
Sluit het apparaat niet aan als het
beschadigd is.
Ÿ
De wanden en het werkblad rondom het
toestel moeten minimaal tot 105 °C
hittebestendig zijn.
Ÿ
Het werkblad waarin de kookplaat wordt
ingebouwd moet vlak zijn.
Ÿ
Afzuigkappen en andere apparaten voor het
afzuigen van kookdampen kunnen de veilige
werking van apparaten die gas of andere
brandstof verbranden (inclusief die in andere
kamers) nadelig beïnvloeden door
terugstroming van verbrandingsgassen.
Ÿ
Deze gassen kunnen mogelijk leiden tot
koolmonoxidevergiftiging.
Ÿ
Na installatie van een afzuigkap of een
andere afzuiging voor kookdampen, moet de
werking van toestellen met rookgasafvoer
worden getest door een bevoegd persoon
om er zeker van te zijn dat de
verbrandingsgassen niet terugstromen.
2.2 Elektrische aansluiting
ELEKTRISCHE SCHOK!
Dit apparaat moet worden geaard.
Ÿ
De elektrische aansluiting moet voldoen aan
de nationale en lokale voorschriften.
Ÿ
Controleer voor apparaten van klasse I of
het elektriciteitsnet in uw huis een goede
aarding garandeert.
Ÿ
Wandcontactdoos en stekker moeten altijd
bereikbaar blijven.
Ÿ
Als een vast opgesteld apparaat niet is
voorzien van een netsnoer en een stekker, of
van een andere manier om de verbinding
met het elektriciteitsnet te verbreken, waarbij
er sprake is van een contactverbreking in
alle polen die volledige contactverbreking
biedt in situaties die onder
overspanningscategorie III vallen, moet er in
het vaste bedrading van het elektriciteitsnet
naar het apparaat een schakelaar worden
aangebracht volgens de geldende richtlijnen.
Dit is ook van toepassing op apparaten met
een netsnoer en stekker waarbij de stekker
niet toegankelijk is na installatie van het
apparaat. Door het toepassen van een
meerpolige schakelaar met een
contactafstand van ten minste 3 mm in de
vaste bedrading van het elektriciteitsnet naar
het apparaat wordt aan deze eis voldaan.
Ÿ
De aansluitkabel moet vrij hangen en niet
door een lade worden aangestoten.
Ÿ
Gebruik voor het aansluiten een
goedgekeurde kabel met de juiste kabel
diameters behorend bij de aansluiting. De
kabel ommanteling moet van rubber zijn
(bijvoorkeur type H05V2V2 of H07V2V2).
Ÿ
Voordat u het apparaat aansluit, dient u te
controleren of het voltage dat wordt
aangegeven op het apparaat overeenkomt
met het voltage in uw huis.
Ÿ
De aansluiting moet worden aangepast aan
de stroom en de zekeringen.
Ÿ
Het apparaat mag niet via een stekkerdoos
of verlengsnoer op netspanning worden
aangesloten, aangezien veilig gebruik van
het apparaat dan niet langer kan worden
gegarandeerd.
Ÿ
Na de installatie moeten de elektrische
stroomvoerende en geïsoleerde onderdelen
tegen aanraking worden beschermd.
WAARSCHUWING!
Het niet gebruiken van schroeven of
bevestigingsmiddelen voor installatie zoals
beschreven in het installatievoorschrift kan
leiden tot elektrische schok.
NL
137