hoge niveaus is dit bij sommige pannen een
heel normaal verschijnsel. Dit is niet schadelijk
voor de pannen of de kookplaat.
De ventilator maakt geluid
Het toestel is voorzien van een ventilator om de
levensduur van de elektronica te verlengen. Als
u het toestel intensief gebruikt, wordt de
ventilator ingeschakeld om het toestel te koelen
en hoort u een zoemend geluid. De ventilator
blijft nog enkele minuten doorwerken nadat de
kookplaat is uitgeschakeld.
7.3 Geschikte pannen
Voor inductiekoken moet een pan een dikke
vlakke bodem hebben (minimaal 2,25 mm).
Gebruik pannen van magnetisch materiaal of
pannen met een sandwichbodem. De beste
pannen om te gebruiken hebben het Class
Induction-keurmerk. Andere pannen leveren
lagere prestaties.
Pannen van koper, aluminium of keramisch
materiaal zijn niet geschikt.
Gebruik alleen pannen met een vlakke
bodem. Een holle of bolle bodem kan de
werking van de droogkookbeveiliging
belemmeren; het toestel kan dan te warm
worden. Dit kan tot schade leiden. Schade,
ontstaan door het gebruik van ongeschikte
pannen of droogkoken, valt buiten de garantie.
Pannen die op een gaskookplaat zijn
gebruikt, zijn niet meer geschikt voor
inductiekoken.
Wees voorzichtig met dunne plaatstaal
geëmailleerde pannen! Het emaille kan
beschadigen op een hoge stand wanneer de
pan te droog is. Door te hoge
vermogensstanden kan de panbodem
gemakkelijk kromtrekken.
Minimale pandiameter
De minimale pandiameter per zone is als volgt:
Ÿ
Ø160 mm: minimale pandiameter 90 mm.
Ÿ
Ø200 mm: minimale pandiameter 110 mm.
Ÿ
Octa zone: minimale pandiameter 110 mm.
Het beste resultaat wordt bereikt met een pan
die dezelfde diameter heeft als de kookzone.
De kookzone wordt niet ingeschakeld als een
pan te klein is.
Op gekoppelde Bridge inductie kookzones moet
de minimale pandiameter 230 mm zijn.
Zandkorreltjes kunnen krasjes veroorzaken
die niet meer te verwijderen zijn. Zet daarom
alleen pannen met een schone bodem op de
142
NL
kookplaat. Wij adviseren om pannen op te tillen
en niet te verschuiven over de kookplaat.
7.4 Pandetectie
Ÿ
Het pandetectiesysteem detecteert
automatisch een pan die op een kookzone
wordt geplaatst. Het display van deze
kookzone licht feller op en de punt stopt met
knipperen.
Ÿ
Als de kookplaat, na plaatsing van een pan
op een kookzone, geen (ijzerhoudende) pan
detecteert, gaat het symbool voor
pandetectie op het display knipperen. De
kookzone schakelt na 20 seconden uit.
7.5 Vermogensniveaus
De kookzones hebben 9 niveaus en een
boostniveau (P). Stel het vermogensniveau in
door de regelaar aan te raken. Door over de
regelaar te vegen, verandert u de instelling. De
stand wordt hoger wanneer u naar rechts
schuift. De stand wordt lager wanneer u naar
links schuift. Als u uw vinger van de regelaar
haalt, begint de kookzone op de ingestelde
stand te verwarmen.
Boostfunctie
Ÿ
Met de boostfunctie kunt u gedurende korte
tijd (maximaal 5 minuten) op de hoogste
vermogensstand koken. Na het verstrijken
van de maximale boost-tijd wordt het
vermogen verlaagd naar stand 9.
Ÿ
De boostfunctie is niet beschikbaar wanneer
de Bridge inductie kookzones gekoppeld
zijn!