Polijstkap op de polijstschijf
bevestigen
1. Richt de polijstschijf (3) naar boven.
2. Grijp met beide handen in een badstof-
-polijstkap (5) of een polijstkap van syn-
thetische stof (4) en trek de elastieken
band naar buiten.
3. Leg de polijstkap (4/5) op een plaats
van de polijstschijf (3) over de rand
van de polijstschijf. Trek de kap over de
hele rand.
4. Trek de polijstkap (4/5) gecentreerd en
strak over de polijstschijf (3).
Bediening
In- en uitschakelen
1. Plaats de accu (7) in het apparaat.
2. Om het apparaat in te schakelen, kantelt
u de aan/uit schakelaar (2) in de positie
„I", het apparaat begint te draaien.
3. Om het apparaat uit te schakelen, kan-
telt u de aan/uit schakelaar (2) in de
positie „0", het apparaat wordt uitge-
schakeld.
4. Houd het apparaat met beide handen
aan de handgreep (1) vast.
Het toerental kan worden ingesteld
met het wieltje aan de voorkant van
het toestel.
Laklaag in de was zetten/
polijsten
1. Gebruik de badstof-polijstkap (5) om
polijstmiddel erop aan te brengen.
2. Breng de was of de polijstpasta op een
ietwat kleiner oppervlak aan dan u
wenst te polijsten.
3. Wrijf het polijstmiddel kruisgewijs of in
cirkelvormige bewegingen in de lak.
Oefen slechts matige druk op het op-
pervlak uit.
4. Gelieve de informatie van de fabrikant
van het polijstmiddel te respecteren.
Laat het polijstmiddel niet uitdro-
gen. Er bestaat het risico op opper-
vlaktebeschadiging. Werk daarom
nooit in de directe zon of op een
opgewarmd oppervlak.
Was van de laklaag verwij-
deren/laklaag polijsten
1. Gebruik de polijstkap van synthetische
stof (4) om de was te verwijderen.
2. Werk kruisgewijs of met cirkelvormige
bewegingen. Oefen slechts matige
druk op het oppervlak uit.
3. Gelieve de informatie van de fabrikant
van het polijstmiddel te respecteren.
Reiniging en onderhoud
Schakel het apparaat uit en
haal de accu eruit voordat u
werkzaamheden uitvoert.
Laat werkzaamheden, die
niet zijn beschreven in deze
handleiding, uitvoeren door
een gespecialiseerde werk-
plaats. Gebruik uitsluitend
originele onderdelen.
Controleer het apparaat voor elk gebruik
op duidelijke gebreken, zoals losse, ver-
sleten of beschadigde onderdelen, correct
vastzittende schroeven of andere delen.
Controleer in het bijzonder de polijstschijf.
Vervang beschadigde onderdelen.
NL
BE
49