terugplaatsen:
1. Duw het waterreservoir naar beneden
totdat het de vlotter raakt.
2. Til de voorste rand van het
waterreservoir vanaf de onderkant
op zodat het hele waterreservoir iets
schuin komt te staan.
3. Duw het waterreservoir op zijn plaats.
De vlotter moet nu in het reservoir
zijn inplaats van er achter klem te
zitten.
OPMERKING: Het is belangrijk
dat de vlotter vrij beweegt, omdat
het doel is dat hij mee gaat met
het waterniveau om er zo voor te
zorgen dat de luchtontvochtiger
wordt uitgeschakeld als het niveau te
hoog wordt. Een foutief geplaatste
vlotter kan het waterreservoir laten
overstromen.
AFVOEREN VAN WATER
De luchtontvochtiger heeft een
aansluiting voor een slang. Door een
slang aan de luchtontvochtiger te
koppelen kan het onttrokken water
meteen worden afgevoerd.
Gebruik van de slang:
1. Ontkoppel de luchtontvochtiger van de
voeding en verwijder het waterreservoir
zodat u bij de lekbak kunt.
2. Maak de slangkoppeling vast op
de schroefdraadaansluiting van de
luchtontvochtiger en leg de slang naar een
afvoer. Controleer of de slang niet boven
het niveau van de lekbak uitsteekt.
3. Sluit de luchtontvochtiger aan op de
voeding.
Zonder slang, direct op een afvoer:
1. Haal de stekker uit het stopcontact en
verwijder het waterreservoir.
2. Plaats de luchtontvochtiger direct
boven de afvoer zodat het onttrokken
water door het gat in de onderkant van
de luchtontvochtiger in de afvoer kan
05 06
druppelen.
3. Sluit de luchtontvochtiger aan op de
voeding.
LUCHTVOCHTIGHEIDSREGELING
Wood's luchtontvochtiger is
uitgerust met een ingebouwde
luchtvochtigheidsregeling, die
wordt ingesteld op de gewenste
luchtvochtigheid. De regeling registreert
de actuele luchtvochtigheid en zorgt
ervoor dat de luchtontvochtiger
automatisch wordt in- en uitgeschakeld.
Instellen van de
luchtvochtigheidsregeling:
1. Zet de knop van de
luchtvochtigheidsregeling op de maximale
stand.
2. Zet de ventilator op stand II. (Dit is niet van
toepassing op SW20FW)
3. Wanneer de gewenste luchtvochtigheid is
bereikt, kunt u de hygrostaatknop linksom
draaien totdat de luchtontvochtiger is
uitgeschakeld.
OPMERKING: De relatieve
luchtvochtigheid van de omgeving
wordt het eenvoudigst gemeten met
de hygrometer van Wood's en het
meest geschikte bereik is tussen 50%
en 60%.
AUTOMATISCH UITSCHAKELEN
Wanneer het waterreservoir vol is, gaat
de luchtontvochtiger automatisch uit.
Het indicatielampje aan de voorzijde van
de luchtontvochtiger wisselt naar rood
om aan te geven dat het waterreservoir
geleegd moet worden.
1. Haal de stekker van de luchtontvochtiger
uit het stopcontact.
2. Leeg het waterreservoir.
3. Plaats het lege waterreservoir terug en
controleer of de vlotter vrij beweegt. Zie de
sectie over de vlotter.
4. Sluit de luchtontvochtiger aan op de
voeding.
Gebruiksaanwijzing
HET LUCHTFILTER
Het luchtfilter aan de achterkant van de
luchtontvochtiger zorgt ervoor dat de
koelspiralen niet stoffig worden. Het is
belangrijk dat het filter schoon wordt
gehouden zodat de lucht vrij door de
luchtontvochtiger heen kan stromen.
Het filter moet, wanneer nodig, op de
volgende manier worden gereinigd.
Uw luchtontvochtiger is voorzien van
een SMF-filter dat de capaciteit van
de luchtontvochtiger vergroot en de
lucht verder reinigt. Kijk in de aparte
filterbrochure voor installatie- en
onderhoudsinstructies.
AUTOMATISCH ONTDOOIEN
De Wood's luchtontvochtigers zijn
voorzien van een regeleenheid die
ervoor zorgt dat de koelspiralen
automatisch worden ontdooid wanneer
dat nodig is. De regeling zet de
compressor uit waardoor het koelen
van de spoelen stopt. De ventilator
blijft lucht op kamertemperatuur
door de luchtontvochtiger zuigen
waardoor het ijs smelt en het water
naar beneden in het reservoir loopt.
Door dit ontdooisysteem kan de
luchtontvochtiger tot lage temperaturen
van +2 ˚C functioneren.
NL
65