■
Trek aan de trekstarter tot de motor loopt. Trek niet
meer dan 4 keer aan de startkoord. Laat de trekstarter
langzaam los zodat de koord niet terugslaat.
OPMERKING: Het kan nodig zijn om de toevoerstappen
te herhalen bij koelere temperaturen. Bij warmer weer
kan teveel brandstoftoevoer ervoor zorgen dat de motor
verzuipt en dat de motor niet start. Als je de motor verzuipt,
wacht u enkele minuten voor u probeert te starten en
herhaalt u de toevoerstappen niet.
DE MOTOR STOPPEN
Laat de bedieneraanwezigheidscontrolehendel los en laat
de motor volledig stilvallen.
PRODUCT AANDRIJVEN.
Zie afbeelding 4.
■
Om zelf te rijden: Druk de bedieneraanwezigheidscontrole
naar beneden terwijl u de aandrijfcontrolehendel
in de richting van het handvat trekt. Laat de
aandrijfcontrolehendel los om de wielaandrijving te
stoppen.
■
Handmatig
voortbewegen:
bedieneraanwezigheidscontrole naar beneden. Koppel
de aandrijfcontrolehendel niet.
SNIJBLADHOOGTE INSTELLEN
Zie afbeelding 5.
Wanneer de grasmaaier wordt verscheept, zijn de wielen
op een lage maaipositie ingesteld. Vooraleer u de maaier
voor het eerst gebruikt, stelt u de maaipositie af volgens
de hoogte die voor uw gazon het best geschikt is. Het
gemiddelde gazon moet tussen de 38 mm en 50 mm
tijdens koude en tussen de 50 mm en 76 mm tijdens warme
maanden bedragen.
Maaibladhoogte afstellen
■
Stop de maaier en wacht tot de maaibladen volledig tot
stilstand zijn gekomen.
■
Om de snijbladhoogte te verhogen, neemt u de
hoogteafstellingshendel en beweegt u die naar de
achterkant van de grasmaaier.
■
Om de snijbladhoogte te verminderen, neemt u de
hoogteafstellingshendel en beweegt u die naar de
voorkant van de grasmaaier.
MAAITIPS
■
Zorg ervoor dat het gazon vrij is van stenen,
stokken, draden en andere voorwerpen die de
grasmaaimachinebladen
beschadigen. Zulke voorwerpen kunnen per ongeluk
door de grasmaaier in gelijk welke richting worden
opgeworpen en ernstige verwondingen bij de bediener
en anderen veroorzaken.
■
Voor de beste resultaten maait u altijd een derde of
minder van de totale hoogte van het gras
■
Wanneer u lang gras maait, stapt u best trager om
efficiënter maaien toe te laten en ervoor te zorgen dat
Druk
de
of
de
motor
kunnen
het afval goed wegraakt.
■
Maai geen nat gras. Dit plakt aan de onderkant van het
dek en voorkomt zo de juiste opslag of afvoer van het
maaisel.
■
Nieuw of dik gras kan ertoe leiden dat er een smaller
maaipad vereist is.
■
Als de brandstoftank leeg is en voor u deze hervult,
kantelt u de maaier op de linkerzijde met de
brandstofdop in de hoogste stand. Dit voorkomt dat
brandstof wordt gemorst. Verwijder de bougiekabel
om ongewild starten te voorkomen. Het maaiblad is
scherp, vermijd contact. Controleer het maaiblad en
de onderkant van het dek op schade of opgestapeld
afval. Reinig indien nodig. Controleer de veiligheid van
de maaibladbout.
BEDIENING OP HELLINGEN
Zie afbeelding 6.
■
Hellingen zijn een belangrijke factor verbonden met
wegglijden en vallen, wat kan leiden tot ernstige
letsels. Werken op hellingen veronderstelt bijzondere
voorzichtigheid.
Indien
ongemakkelijk voelt, maai deze dan niet. Probeer voor
uw eigen veiligheid geen hellingen te maaien van meer
dan 15 graden. Gebruik de aandrijfwielen niet tijdens
het maaien op hellingen.
■
Maai dwars langs hellingen, nooit op en neer. Wees
uiterst voorzichtig wanneer u op een helling van richting
verandert.
■
Kijk uit voor gaten, sporen, stenen, verborgen
voorwerpen of obstakels die ervoor kunnen zorgen
dat u struikelt of wegglijdt. Lang gras kan hindernissen
verbergen. Verwijder alle voorwerpen, zoals stenen,
takken, enz. waarover u kunt vallen of die door het
snijblad kunnen worden weggeslingerd.
■
Wees altijd zeker de manier waarop u staat. Wegglijden
of vallen kan ernstige letsels veroorzaken. Laat
de controle op aanwezigheid van de bestuurder
onmiddellijk los wanneer u het gevoel heeft dat u uw
evenwicht verliest.
■
Maai niet in de buurt van afgronden, grachten of oevers;
u kunt uw evenwicht of vaste ondergrond verliezen.
GRASVANGER LEEGMAKEN
Zie afbeelding 7.
■
Stop de maaier en wacht tot de maaibladen volledig tot
stilstand zijn gekomen.
■
Hef de achterste uitlaatklep op.
■
Neem de grasvanger aan het handvat vast en hef hem
op om van de maaier te verwijderen.
■
Verwijder het grasafval.
■
Hef de achterste uitlaatdeur op en plaats de grasvanger
terug.
Nederlands
u
zich
op
een
helling
71
EN
FR
DE
ES
IT
NL
PT
DA
SV
FI
NO
RU
PL
CS
HU
RO
LV
LT
ET
HR
SL
SK
BG
UK
TR