5.0 WERKING
5.1 Pomp Aan-Uit Schakelaar (zie Figuur 6)
Posities Aan-Uit Schakelaar:
1.
ON – Pomp onder controle van de afstandsbediening Pomp start
wanneer de "ON/ADV" knop op de afstandsbediening wordt ingedrukt.
2.
OFF – Afstandsbediening uitgeschakeld. Pomp start niet wanneer de
"ON/ADV" knop op de afstandsbediening wordt ingedrukt.
Stroomonderbreker: Indien uitgeschakeld, druk op de knop om
te resetten.
ON
OFF
Figuur 6, Pompcontrolepaneel
5.2 Werking afstandsbediening (Zie Figuur 7)
1. "ON/ADV" knop afstandsbediening :
• Knop ingedrukt - Motor wordt INGESCHAKELD. De
sleutel beweegt VOORUIT zolang de knop ingedrukt wordt
gehouden.
• Knop los – Momentsleutel wordt TERUGGETROKKEN. De
motor blijft nog tot 20 seconden draaien.
2. "OFF/DUMP" Knop afstandsbediening :
• Knop
ingedrukt
UITGESCHAKELD.
Opmerking: De motor zal onmiddellijk worden uitgeschakeld
indien de aan-uit schakelaar van de pomp op UIT wordt gezet
terwijl de pomp draait.
ON/ADV Knop
afstandsbediening :
ON/ADV
OFF/DUMP
OFF/DUMP Knop
afstandsbediening :
Figuur 7, Knoppen Afstandsbediening
Aan-Uit Schakelaar
afstandsbediening
CIRCUIT BREAKER
Press to Reset
-
Motor
wordt
onmiddellijk
5.3 Pompbediening
BELANGRIJK: : Indien mogelijk, mag slechts één gebruiker
de momentsleutel en pomp bedienen. Dit kan onopzettelijke
activering van de pomp voorkomen terwijl de operator bezig is
met het plaatsen van de momentsleutel.
1.
Controleer alle systeemfi ttingen en -aansluitingen om te
verzekeren dat zij goed vastzitten en niet lekken.
2.
Controleer het oliepeil in het reservoir en vul indien noodzakelijk
olie (zie sectie 4.4)
3.
Zorg ervoor dat de verzendplug verwijderd en de
ontluchtingsdop geïnstalleerd is (zie sectie 4.1)
4.
Sluit het apparaat op de netspanning aan. Beweeg de aan-uit
schakelaar naar de AAN-positie. Zie fi guur 6.
WAARSCHUWING: In de volgende stap zal de
pompmotor starten, en zal het ventiel automatisch
verschuiven waardoor de momentsleutel wordt
ingetrokken. Verifi eer voordat de motor wordt gestart dat de
momentsleutel zodanig geplaatst is, dat letsel of schade aan de
apparaten wordt vermeden.
5.
Om de pomp te starten, drukt u op de "ON/ADV"-knop op
de pendelhanger. Zie Figuur 7. De motor zal automatisch
starten en de sleutel zal vooruit beginnen te bewegen.
Zo lang de knop ingedrukt wordt gehouden beweegt de
momentsleutel vooruit.
6.
Laat de "ON/ADV" knop los om de sleutel in te trekken.
Nadat de knop wordt losgelaten, toont de meter de druk
in het achteruitcircuit (B-poort-bypass) aan: ongeveer 173
-193 bar.
7.
Druk de "OFF/DUMP" knop in om de motor te stoppen.
Opmerking: IIndien gedurende een opeenvolgende periode van
20 seconden de "ON/ADV" knop niet wordt ingedrukt, schakelt
de ingebouwde timer van de pomp de motor automatisch uit.
8.
Om de hydraulische druk op de sleutel en op de slangen op
te heffen, houdt u de "OFF/DUMP" knop ingedrukt NADAT
de motor is uitgeschakeld. De slangen kunnen nu worden
verwijderd.
Opmerking: Eenheden voorzien van warmtewisselaars: Indien
dat praktisch mogelijk is, laat men best de timer de motor
automatisch uitschakelen. Tijdens non-actieve perioden circuleert
de pomp 90% van haar oliestroom door de warmtewisselaar om
de olietemperatuur te verlagen.
5.4 Werkingsprocedure van de meter en het foedraal
Op de pomp is een drukmeter geïnstalleerd. Gemakshalve worden
bij elke pomp torsiefoedralen geleverd. Een torsiefoedraal past
over de schaalverdeling van de drukmeter, en zet de drukafl ezingen
gemakkelijk om in torsieafl ezingen (zie fi g. 8, Zicht A). Dit foedraal is
voorzien van Imperial eenheden (Ft-lbs) langs de éne zijde, en van
metrische eenheden (Nm) langs de andere. Om de schaalverdeling
te veranderen zet u eenvoudigweg het foedraal op de meter.
WAARSCHUWING: Elk foedraal is UITSLUITEND op
maat gemaakt voor een specifi eke Enerpac-
torsiesleutel. Mag niet op andere sleutels worden
gebruikt.
5.5 Het foedraal veranderen
1.
Verwijder de drie zwarte vleugelknoppen die de fl ens van de
voorste meter op haar plaats houden (zie fi g. 8, Zicht B).
2.
Verwijder de voorste fl ens en het foedraal (zie fi g. 8, Zicht C).
3.
Breng het nieuwe foedraal op de fl ens aan (vergeet niet te verifi ëren
dat het juiste foedraal op de gebruikte Enerpac-torsiesleutel wordt
geplaatst), en breng het foedraal op één lijn met de holtes aan de
achterkant van de fl ens (zie fi g. 8, Zicht D).
39