6 - AFSTELLEN VAN DE STROOM (FIG-2)
Gebruik het wieltje
stroomafstelling alle gebruikelijke werkzaamheden uitgevoerd worden.
7 - OPSTARTEN VAN HET SNIJDEN (FIG-2)
De snijder PLASMA heeft een hulpboog systeem voor boogontsteking zonder contact met het werkstuk. Het snijden kan dus op twee manieren
gerealiseerd worden:
▪ Drukken op de trekker > boog vorming > snijden door in contact te komen met het werkstuk.
▪ Contact met het werkstuk > drukken op de trekker > onmiddellijke snijden.
▪ Tijdens het snijden zorg ervoor om een goed contact tussen het mondstuk en het werkstuk te behouden.
VEILIGHEIDSPAL
De toorts is uitgerust met een veiligheidspal, om ongelukken te voorkomen : Deblokkeer deze en druk vervolgens op de trekker zoals hieronder :
1
Draag geschikte veiligheidskleding. Blijf op afstand van het uiteinde van de toorts. Houd uw handen weg van het snij-traject. Richt de
toorts nooit naar uzelf of naar iemand anders.
TIPS VOOR HET SNIJDEN
• Sleep voorzichtig de nozzle over het te snijden werkstuk om zo een regelmatige snede te verkrijgen. Zo kan een correcte en constante afstand
bewaard worden.
• Vergewis u ervan dat tijdens het snijden de vonken vanonder het werkstuk komen. De vonken moeten zich iets achter de toorts bevinden wanneer
u snijdt (hoek van 15° tot 30° vanuit een verticale lijn).
• Als de vonken opspatten boven het werkstuk, vertraag dan de beweging of stel de uitgaande stroom bij tot een hoger niveau.
• Gebruik, bij het snijden van een rechte lijn, een liniaal.
HANDMATIG SNIJDEN VANAF DE RAND VAN HET WERKSTUK
De massaklem gekoppeld aan het werkstuk, houdt de beschermkap van de toorts
1
loodrecht (90°) op het uiteinde van het werkstuk.
Druk op de trekker van de toorts om de boog op te starten totdat deze het te
2
bewerken metaal raakt.
Sleep, wanneer het begin gemaakt is, voorzichtig met de beschermkap over het
3
werkstuk. Probeer een regelmatig ritme aan te houden.
56
PLASMA CUTTER 25 K / 35 KF / 30 FV
om de stroom af te stellen, afhankelijk van de dikte en het type materiaal. Over het algemeen kunnen met een maximale
2
3
NL