De functie stopt de timerfuncties niet.
1. Om de functie in te schakelen: druk op
.
gaat aan. De warmte-instelling wordt
verlaagd naar 1.
2. Om de functie uit te schakelen, druk op
.
De vorige kookstand gaat aan.
5.10 Blokkering
U kunt het bedieningspaneel vergrendelen
terwijl de kookzones in werking zijn. Hiermee
wordt voorkomen dat de kookstand per
ongeluk wordt veranderd.
Stel eerst de kookstand in.
De functie inschakelen: raak
gaat gedurende 4 seconden aan. De timer
blijft aan.
De functie uitschakelen: Raak
vorige kookstand gaat aan.
Als u de kookplaat uitzet, stopt u deze
functie ook.
5.11 Kinderbeveiligingsinrichting
Deze functie voorkomt dat de kookplaat
onbedoeld wordt gebruikt.
Om de functie te activeren: activeer de
kookplaat met
. Stel geen warmteinstelling
in. Raak
4 seconden aan.
Schakel de kookplaat uit met
Om de functie te deactiveren: activeer de
kookplaat met
. Stel geen warmteinstelling
in. Raak
4 seconden aan.
Schakel de kookplaat uit met
Om de functie voor slechts één
kooksessie te onderdrukken: activeer de
kookplaat met
.
seconden aan. Stel de kookstand in binnen
10 seconden. U kunt de kookplaat bedienen.
Als u de kookplaat uitschakelt met
de functie weer in werking.
12
NEDERLANDS
aan.
aan. De
gaat aan.
.
gaat aan.
.
gaat aan. Raak
4
, treedt
5.12 Stroommanagement
Als er meerdere zones actief zijn en het
verbruikte vermogen de limiet van de
stroomtoevoer overschrijdt, verdeelt deze
functie het beschikbare vermogen tussen alle
kookzones (verbonden met dezelfde fase).
De kookplaat regelt de warmte-instellingen
om de zekeringen van de installatie in het
huis te beschermen.
• Kookzones zijn gegroepeerd volgens de
locatie en het aantal fasen van de
kookplaat. Elke fase heeft een maximale
elektriciteitslading van (3.700 W). Als de
kookplaat de limiet van het maximaal
beschikbare vermogen bereikt binnen een
fase, wordt het vermogen van de
kookzones automatisch verlaagd.
• De warmte-instelling van de gekozen
kookzone heeft altijd prioriteit. Het
resterende vermogen zal tussen de eerder
geactiveerde kookzones worden verdeeld,
in omgekeerde volgorde van selectie.
• De weergave van de warmte-instelling van
de verlaagde zones wisselt tussen de
aanvankelijk gekozen warmte-instelling en
de verlaagde warmte-instelling.
• Wacht totdat het display stopt met
knipperen of verlaag de kookstand van de
laatst geselecteerde kookzone. De
kookzones blijven werken met de
verlaagde warmte-instelling. Wijzig indien
nodig handmatig de warmte-instellingen
van de kookzones.
Zie de afbeelding voor mogelijke combinaties
waarin vermogen over de kookzones kan
worden verdeeld.