nEDERLanDs
Ga als volgt te werk om de geleider op de juiste positie te monteren:
1. Maak de knop
77
los.
2. Schuif de beugel aan vanaf links of rechts. De klemplaat
voorste rand van de tafel.
3. Maak de knop
77
vast.
4. Controleer dat de geleider parallel aan het zaagblad staat.
5. Als aanpassing nodig is, ga dan als volgt te werk:
a. Pas de geleider aan zodat deze parallel aan het zaagblad staat door de afstand tussen
het zaagblad en de geleider te controleren aan de voor- en achterkant van het
zaagblad. Om dit te doen draait u de stelt schroef in de geleideondersteuning naar
binnen of buiten voor zover nodig is.
De standaardinstelling van de geleider is aan de rechterkant van het zaagblad.
Ga als volgt te werk om de geleider in te stellen voor gebruik aan de linkerzijde van
het zaagblad:
1. Maak de knop
77
los.
2. Trek de beugel
79
eruit en plaats deze in het andere uiteinde.
3. Maak de geleider aan de tafel vast.
4. Maak de knop
77
vast.
WAARSCHUWING: Gebruik het 11 mm profiel voor het trekzagen van lage werkstukken
om toegang tussen het zaagblad en de geleider voor de duwstok
WAARSCHUWING: De achterkant van de geleider dient gelijk te staan aan de voorkant
van het splijtmes.
Wisselen tussen de zaagbank en verstekzaagmodus
(Afb. A3, D,E2, L1)
1. Verwijder de parallelle geleider
26
(Afb. A3).
2. Draai het wiel
55
van de hoogteaanpassing
verstekzaagmodus te krijgen (Afb. E2).
3. Ga verder zoals beschreven staat in de paragraaf De zaagkop en tafel omdraaien.
4. Maak de borgbout van het splijtmes
75
u de zaagbladbeveiliging
12
vast houdt (Afb. L1).
5. Laat de zaagbladbescherming zakken.
6. Plaats het splijtmes in zijn opslagpositie tegen de zaagkop.
7. Breng de beveiliging van de ondertafel
Voor de bediening
•
Installeer het geschikte zaagblad. Gebruik geen extreem versleten zaagbladen. De maximale
rotatiesnelheid van het gereedschap mag die van het zaagblad niet overschrijden.
•
Probeer geen extreem kleine delen te zagen.
•
Laat het zaagblad vrij zagen. Forceer het niet.
•
Laat de motor de volledige snelheid bereiken voordat u zaagt.
•
Zorg ervoor dat alle vergrendelingknoppen en klemhendels vast zitten.
BEDIENING
Instructies voor gebruik
WAARSCHUWING: Houd u altijd aan de veiligheidsinstructies en van toepassing
zijnde voorschriften.
WAARSCHUWING: Om het gevaar op ernstig persoonlijk letsel te verminderen,
zet u het gereedschap uit en ontkoppelt u het van de stroomvoorziening, voordat
u enige aanpassing maakt of hulpstukken of accessoires verwijdert/installeert.
WAARSCHUWING:.
•
Controleer dat het materiaal dat gezaagd gaat worden stevig op zijn plek
is vastgemaakt.
•
Pas uitsluitend een lichte druk op het gereedschap toe en oefen geen zijwaartse druk
op het zaagblad uit.
•
Vermijd overbelasting.
Het is belangrijk dat de machine wordt geplaatst overeenkomstig uw ergonomische condities
waar het betreft hoogte en stabiliteit van het werkblad. De plaats van de machine moet zo
worden gekozen dat de gebruiker een goed overzicht heeft en voldoende ruimte rond de
machine heeft voor het zonder enige beperkingen werken met het werkstuk.
Verminder de effecten van trillingen door ervoor te zorgen dat de omgevingstemperatuur niet
te koud is, de machine en de accessoires goed zijn onderhouden en dat de omvang van het
werkstuk geschikt is voor deze machine.
Aan- en uitschakelen (Afb. A1–A2, P)
Deze machine heeft twee onafhankelijke schakelsystemen. In de zaagbankmodus wordt
de on/off (aan/uit) schakelaar
(Afb. A1) gebruikt. In de verstekzaagmodus wordt de
1
trekkerschakelaar
15
(Afb. A2) gebruikt.
ZAAGBANKModus (Afb. P)
De aan/uit schakelaar die in de zaagbankmodus wordt gebruikt, biedt meerdere voordelen.
-
"geen voltage" vrijgavefunctie: als de stroom om een bepaalde reden uitvalt, moet de
schakelaar bewust opnieuw worden bediend.
-
extra veiligheid: de scharnierende veiligheidsbehuizing plaat kan worden afgesloten
door een hangslot door de beugel in het midden te steken. De plaat dient ook als een
gemakkelijk bereikbare stopknop omdat u met een druk op de voorzijde van de plaat
ook de stopknop kunt indrukken.
60
78
maakt contact achter de
17
mogelijk te maken.
23
om maximale snijddiepte in de
enigszins los en verwijder het splijtmes
16
weer aan (Afb. D).
50
Om de machine aan te schakelen drukt u op de groene startknop
Om de machine uit te schakelen drukt u op de rode stopknop
Verstekzaagmodus (Afb. A2)
Om de machine aan te schakelen drukt het de trekkerschakelaar
Om de machine uit te schakelen laat u trekkerschakelaar los.
Basis zaagsneden
Zagen in de verstekzaagmodus
Het is gevaarlijk om zonder bescherming te werken. De beschermingen moeten tijdens het
zagen op hun plaats zitten.
•
Zorg ervoor dat de ondertafel beveiliging niet met zaagsel verstopt raakt.
Het werkstuk vastklemmen (Fig. Q, R, S, X)
WAARSCHUWING: Een werkstuk dat voor een zaagsnede is vastgeklemd,
uitgebalanceerd en bevestigd, kan uit balans raken wanneer de zaagsnede is voltooid.
Een niet-uitgebalanceerde belasting kan de zaag of alles waar de zaag op is bevestigd,
zoals een tafel of een werkbank, doen kantelen. Ondersteun, wanneer u een zaagsnede
maakt die het werkstuk uit de balans kan brengen, het werkstuk goed en zorg ervoor dat
de zaag stevig met bouten is vastgezet op een stabiel oppervlak. Persoonlijk letsel kan het
gevolg zijn.
WAARSCHUWING: De klemvoet moet steeds boven de grondplaat van de zaag
vastgeklemd blijven, wanneer de klem wordt gebruikt. Klem het werkstuk altijd vast op de
grondplaat van de zaag – niet op een andere onderdeel van het werkgebied. Controleer
dat de klemvoet niet op de rand van de grondplaat van der zaag is geklemd.
VOORZICHTIG: Gebruik altijd een werkklem zodat u de controle behoudt en het risico
van beschadiging van het werkstuk en van persoonlijk letsel beperkt.
Gebruik de materiaalklem
34
die bij uw zaag wordt geleverd. Andere hulpmiddelen zoals
veerklemmen, lijmklemmen of klemschroeven kunnen waarschijnlijk goed van pas komen bij
materiaal van bepaalde afmetingen en vormen. De linker langsgeleiding schuift van de ene
zijde naar de andere en kan helpen bij het vastzetten.
klem plaatsen
terwijl
1. Steek de klem van het werkstuk in het gat opzij van de langsgeleiding voor
het verstekzagen.
2. Draai de klemarm naar de voorzijde van de verstekzaag.
3. Draai de knop los zodat u de klem naar boven of naar beneden kunt afstellen en zet de
klem op de gekozen hoogte vast.
4. Zet het werkstuk stevig vast met de knop voor de fijnafstelling.
OPMERkInG: Plaats de klem op de juiste zijde van de grondplaat bij het schuin afzagen.
PROBEER ALTIJD EERST ZAAGSNEDEN UIT (ZAAG UITGESCHAKELD) VOORDAT U ZE UITVOERT,
ZODAT U HET PAD VAN HET ZAAGBLAD KUNT CONTROLEREN. CONTROLEER DAT DE KLEM
NIET DE WERKING VAN DE ZAAG OF DE BESCHERMKAP VERHINDERT.
Algemene bediening
•
In de verstekzaagmodus wordt de zaagkop automatisch vergrendeld in de bovenste
"parkeer" stand.
•
Als u in de hendel van de beveiligingvrijgave knijpt, wordt de zaagkop ontgrendeld. Het
naar beneden bewegen van de zaagkop trekt de beweegbare onderste beveiliging in.
•
Probeer nooit te voorkomen dat de onderste beveiliging terugkeert naar de parkeerstand
als de snede is voltooid.
•
De minimale lengte van afgesneden materiaal is 10 mm.
•
Als u UPVC-delen snijdt, dient u een steun te plaatsen van timmerhout met een
aanvullend profiel onder het materiaal dat wordt gesneden, om te voor de juiste mate van
ondersteuning te zorgen.
Verticale rechte dwarsdoorsnede (Afb. Q)
1. Stel de draaitafel op 0º en zorg ervoor dat de positietaster contact maakt.
2. Draai de klemknop van de draaitafel vast.
3. Plaats het hout dat dient te worden gezaagd tegen de geleider. Pak de controlehendel
vast en druk de hendel beveiligingsretractie in.
4. Schakel de machine aan.
5. Laat het zaagblad vrij zagen. Forceer het niet.
6. Nadat de snede compleet is, laat u de schakelaar los en wacht u totdat het zaagblad
volledig tot stilstand is gekomen, voordat u de kop naar zijn bovenste rustpositie beweegt.
7. Laat de hendel beveiligingsretractie los.
WAARSCHUWING: Laat de zaagkop niet uit zichzelf terugspringen, om schade
te voorkomen.
Verstekzagen (Afb. R)
1. Stel de gewenste verstekzaaghoek in.
2. Zorg ervoor dat de draaitafelklem stevig vast zit.
3. Ga verder als bij een verticale rechte snede.
4. Voorkom dat het zaagblad in de tafel snijdt als de hoek geen 45º is.
WAARSCHUWING: Als u het einde van een stuk hout met een kleine snede verstek zaagt,
plaats u het hout zo dat u ervoor zorgt dat de snede aan de zijkant van het zaagblad
plaatsvindt met de grotere hoek naar de afscheiding, d.w.z.: linker verstekhoek, afsnijden
aan de rechter verstekhoek, afsnijden links.
Schuine sneden (Afb. A2, S)
1. Laat de klemhendel voor schuine hoeken
gewenste hoek.
.
80
81
.
15
in.
22
los en hel de kop over naar de