Zet de deur van het koelgedeelte (5) weer op
de nok van het onderste scharnier. Controleer
of de deur van het koelgedeelte (5) bij sluiting
horizontaal en verticaal is uitgelijnd met de
behuizing van de koelkast, zodat alle afdichtin-
gen sluiten voordat u het middelste scharnier
(12) weer vastschroeft.
Plaats op de bovenste scharniernok één en op de onderste scharniernok twee
onderlegringen. Plaats de scharniernok van het middelste scharnier in de bo-
venste bus van de deur van het koelgedeelte (5) en bevestig het scharnier met
de bevestigingsschroeven en alle onderlegringen (zie afb. 13).
Draai de schroeven nog niet helemaal vast, zodat u de deur van het koelge-
deelte (5) nog kunt uitlijnen. Pas wanneer de deur van het koelgedeelte (5)
goed gesloten kan worden, draait u de schroeven vast.
Zet het apparaat weer rechtop.
Plaats de deur van het vriesgedeelte (2) op het middelste scharnier (12).
Breng vervolgens bij een gesloten deur van
het vriesgedeelte (2) het bovenste scharnier (1)
weer aan en schroef het vast (zie afb. 14). Ge-
bruik zo nodig een steeksleutel om de schroef
vast te draaien.
Plaats de scharnierafdekking en de schroefaf-
dekking weer terug (zie afb. 15).
De deuraanslag is omgezet.
Let op: de deurafdichting past zich na een paar uur aan de nieuwe deur-
aanslag aan.
108
Afb. 13
Afb. 14
Afb. 15