6.2 tips voor het koken in de magnetronoven
Samenstelling voedsel met een hoog vet- of suikergehalte (bijv. pasteitjes) vereist een kortere
verwarmingstijd. voorzichtigheid is geboden aangezien oververhitting brand kan
veroorzaken.
afmetingen
zorg ervoor dat alle stukken dezelfde afmetingen hebben zodat ze gelijkmatig
gaar worden.
termperatuur
De oorspronkelijke temperatuur van het voedsel heeft invloed op de vereiste
kooktijd. prik met een vork in voedsel met vulling, (voorbeeld donuts met jam),
om de warmte of stoom te laten ontsnappen.
rangschikken plaats de dikste gedeelten van het voedsel dichtbij de rand van de schaal. (Bijv.
kippenpoten.)
afdekken
gebruik magnetronfolie of een geschikt deksel.
Doorprikken
voedsel met een schil of vel moet op verschillende plaatsen worden ingeprikt
voor het koken of opwarmen aangezien de hoeveelheid stoom toeneemt en het
voedsel kan laten ontploffen. (Bijv. aardappelen, vis, kip, worst.)
BELANGRIJK! Eieren mogen niet in de magnetron worden opgewarmd
omdat ze kunnen ontploffen, zelfs na het koken. Bijv. gepocheerde,
hardgekookte eieren.
roeren,
voor een gelijkmatig resultaat is het belangrijk om voedsel om te roeren, om te
omkeren en
kerenen te anders rangschikken tijdens het koken. Het voedsel altijd vanaf de
anders
buitenkant naar het midden omroeren en herschikken.
rangschikken
Standtijd
Standtijd is nodig na het koken aangezien de warmte zich hierdoor gelijkmatig
door het voedsel verspreidt.
afdekken
De warme delen kunnen worden afgedekt met kleine stukjes folie die de
microgolven weerkaatsen. (Bijv. kippenpoten en kippenvleugels.)
Tips voor het koken in de magnetronoven
NEDERLANDS
23