e. Zorg ervoor dat geen obstakels aanwezig zijn op de aanzuigzijde een vooral op de uitlaatzijde zodat de
lucht vrij circuleert. Op minder dan 2000 mm mag geen enkel obstakel aanwezig zijn.
Een kleinere afstand kan ertoe leiden dat turbulentie de correcte werking van het apparaat belemmert.
f. Installeer, indien mogelijk, de unit op een muur die aan de buitenkant uitgeeft, zodat de afwatering van
de condens naar buiten kan worden geleid.
g. Plaats de binnenunit niet zodanig dat de luchtstroom direct op de onderstaande personen wordt gericht
(afb. 3).
Tabel 17
Model
Aantal eenheden die kunnen
worden gecombineerd
Totale lengte voor alle kamers
Lengte voor een binnenunit
Hoogteverschil tussen de
binnenunits en buitenunits
- Indien boven de buitenuit "A"................
- indien onder de binnenuit "B".................
Hoogteverschil tussen de
binnenunits "C"
h. De binnenunit mag niet direct boven een huishoudapparaat (tv, radio, koelkast enz.) of boven een
warmtebron worden geplaatst (afb.2).
i. Monteer de binnenunit zodanig dat geen obstakels aanwezig zijn die de correcte ontvangst van de
signalen van de afstandsbediening beletten (afb.4).
NL - 18
DUAL
DUAL
INVERTER 14
INVERTER 18
1-2
max 30m.
max 30m.
max 20m.
max 20m.
max 15m.
max 15m.
max 15m.
max 15m.
max 10 m
max 10 m
A
B
TRIAL
INVERTER 21
1-2
1-3
max 45m.
max 25m.
max 15m.
max 15m.
max 10 m.
C
X
1