Brandstof invullen
–
Gebruik als tankvulling alleen verse en schone loodvrije standaard brandstof.
Brandstof met maximaal 10% ethanol is acceptabel.
–
Benzinedop losdraaien.
–
Brandstof m. b. v. een trechter tot max. onderkant van de vulpijp invullen.
–
Benzinedop weer aanbrengen en vastdraaien.
10 STARTEN VAN DE MOTOR
De motor alleen starten als u achter de maaier staat.
De maaier in elk geval op een vlak, niet met hoog gras begroeide ondergrond zetten (te
hoog gras remt de aanloop van de mesbalk en bemoeilijkt het startproces). Bij het
starten van de motor mag de machine niet omhoog worden gekanteld, maar, indien
vereist, door de duwboom omlaag te duwen slechts zo schuin worden gezet, dat het
snijgereedschap in de van de gebruiker afgewende richting wijst, maar niet verder dan
absoluut noodzakelijk is. Voordat het apparaat weer op de grond staat, moeten beide
handen zich aan het bovenste deel van de duwboom bevinden.
VOORZICHTIG
Startkabelgreep tijdens het starten stevig vastpakken. De greep zou anders uit de
hand kunnen glijden. Verwondingsgevaar!
BELANGRIJK
De motor loopt alleen wanneer de veiligheidsschakelbeugel op het bovenste deel
van de duwboom wordt gedrukt. Op het moment, dat u de schakelbeugel loslaat,
dan klapt deze door veerdruk weer terug omhoog naar zijn uitgangspositie, de
motorrem wordt geactiveerd en binnen drie seconden komen de motor en de
messenbalk tot stilstand.
Handmatige start zonder elektro-start (Afbeelding D + E )
–
De veiligheidsschakelbeugel (1) op het bovenstuk van de boom (2) drukken en
vasthouden D .
–
De startkabel (3) langzaam uittrekken tot er een weerstand merkbaar wordt, dan
snel uittrekken E , – de motor begint te lopen, de kabel langzaam terugvoeren.
AANWIJZING
Deze motor heeft een ReadyStart
-systeem: Dit systeem heeft een
®
temperatuurgeregelde automatische choke. De motor loopt automatisch bij optimaal
max. toerental, dat vereist is voor een zuiver snijbeeld (motortoerental = mestoerental).
Elektro-start-modellen (Afbeelding D + P4 + E )
–
De veiligheidsschakelbeugel (1) op het bovenstuk van de boom (2) drukken en
vasthouden D .
–
De contactsleutel (4) net zolang tot aan de aanslag naar rechts draaien totdat de
motor aanspringt P4 .
AANWIJZING
Om te zorgen voor een lange levensduur van accu en starter dient het starten nooit
langer dan 5 secondfen te bedragen.
AANWIJZING
Deze motor heeft een ReadyStart
-systeem: Dit systeem heeft een
®
temperatuurgeregelde automatische choke. De motor loopt automatisch bij optimaal
max. toerental, dat vereist is voor een zuiver snijbeeld (motortoerental = mestoerental).
AANWIJZING
Mocht de elektrische starter ooit defect zijn, dan kan de motor ook handmatig worden
gestart.
–
De veiligheidsschakelbeugel (1) op het bovenstuk van de boom (2) drukken en
vasthouden D .
–
De startkabel (3) langzaam uittrekken tot er een weerstand merkbaar wordt, dan
snel uittrekken E – de motor begint te lopen, de kabel langzaam terugvoeren.
11 UITSCHAKELEN VAN DE MOTOR (AFBEELDING F + P4 )
–
Veiligheidsschakelbeugel (1) loslaten F .
–
Contactsleutel (4) eruit trekken (alleen bij elektro-start) P4 .
Veiligheidsinstructie!
Verklaring van de symbolen zie tabel pagina 3
Veiligheidsinstructie!
Verklaring van de symbolen zie tabel pagina 3
12 STOPPEN IN GEVAL VAN NOOD
Veiligheidsschakelbeugel en aandrijfschakelbeugel loslaten.
–
De maaier stopt.
–
Het mes komt tot stilstand.
–
De motor wordt uitgeschakeld.
OPGELET
Vóór elk maaien controleren of de veiligheidsschakelbeugel voor de motorrem en
de schakelbeugel voor de rijaandrijving foutloos functioneren.
–
als de veiligheidsschakelbeugel wordt losgelaten, dan moeten motor en
mesbalk binnen drie seconden blijven stilstaaan.
–
als de schakelbeugel voor de rijaandrijving wordt losgelaten, dan moet de
machine meteen tot stilstand komen.
Anders de dichtstbijzijnde geautoriseerde vakwerkplaats opzoeken.
13 RIJAANDRIJVING
Bediening van de achterwielaandrijving (alleen bij bijschakelbare
rijaandrijving) (Afbeelding G )
De achterwielaandrijving wordt door de aandrijfschakelbeugel (1) aan het bovenstuk
van de duwboom (2) bij lopende motor in- en uitgeschakeld:
–
Aandrijfschakelbeugel aantrekken en vasthouden = maaier rijdt.
–
Aandrijfschakelbeugel loslaten = maaier blijft staan (0-stand).
De aandrijfschakelbeugel moet altijd strak tegen het bovenstuk van de duwboom aan
getrokken worden. Een ondeskundige bediening leidt tot slijtage van de transmissie. De
hogere weerstand van de beugel in de begintoestand is gewenst om een verkeerde
bediening te bemoeilijken.
AANWIJZING
De achterwielen klikken als de maaier vooruit wordt geschoven.
Snelheidsinstelling (alleen bij VARIO-aandrijving) (Afbeelding H )
BELANGRIJK
Het regelen van de snelheid mag alleen geschieden als de motor draait, om
beschadigingen te voorkomen!
De rijsnelheid wordt ingesteld met de links aangebrachte greep.
–
Om de snelheid in te stellen de greep in beide richtingen draaien en aldus de
gewenste snelheid instellen. De pijl op de draaigreep geeft de rijsnelheid aan.
–
Stand „Haas" = snel (max. snelheid).
–
Stand „Schildpad" = langzaam (min. snelheid).
AANWIJZING
Maaien met te hoge snelheid leidt tot een slecht snijbeeld resp. Opvangresultaat.
Pas de snelheid altijd aan aan de omstandigheden. Bij langere afgesneden
grassprieten moet een langzamere rijsnelheid worden gekozen.
14 GRASOPVANGINRICHTING
Gebruik met grasopvangzak
WAARSCHUWING
Bij gebruik van de grasvangzak moet deze volledig gemonteerd en in perfecte
technische staat zijn.
BELANGRIJK
Men moet erop letten dat bij het hanteren met de opvangzak de schans (1)
R1 niet verbogen wordt.
Let er bij het maaien op, dat de opvangzak op tijd wordt leeggemaakt. Het turbosignaal
op de opvangzak geeft het juiste tijdstip aan om de zak leeg te maken.
Turbosignaal (vulstandsindicatie van de grasopvangzak)
(Afbeelding J + K )
Aan de bovenkant van de opvangzak is een indicatie geplaatst, waarmee men zien kan
of de opvangzak leeg of vol is:
–
Indien de opvangzak leeg is gaat het signaal onder het maaien bol staan J .
9
Veiligheidsinstructie!
Verklaring van de symbolen zie tabel pagina 3