6.5 Instellingen van de maairobot
In het hoofdmenu van het LCD-display (50)
vindt u de huidige datum- en tijdinstellingen van
de maairobot, en de huidige laadtoestand. De
status van de regensensor, het draadsignaal en
van het geselecteerde maaiprogramma wordt
eveneens weergegeven in de symboolbalk. Via
het bedieningsveld heeft u de opties om met de
toets 'SET' (51) instellingen aan de maairobot
uit te voeren en om met de toets 'MODE' (52) de
maairobot met verschillende maaiprogramma's te
starten. Ga met de navigatietoetsen (55) naar het
gewenste punt om instellingen uit te voeren. Druk
op de 'BACK'-toets (54) om het betreff ende menu
te verlaten.
Instellingen – Toets 'SET' (51)
Met de toets 'SET' (51) kunt u de fundamentele
instellingen aan uw maairobot uitvoeren. Ga met
de navigatietoetsen (55) naar het gewenste punt
en bevestig of verwerp de uitgevoerde instel-
lingen vervolgens met de toets 'OK' (56) of de
'Back'-toets (54).
•
Tijdschema
Ga met de navigatietoetsen (55) naar de
betreffende weekdag, waarvoor u instellingen
wilt uitvoeren. De maairobot zal in de normale
bedrijfsmodus automatisch op de betreffende
weekdag en op het ingestelde moment uw
gazon beginnen te maaien. Voor de instelling
van de maaitijd wordt als richtwaarde 8 uur
per dag bij 500 m² aanbevolen. Al naargelang
de grootte en complexiteit van de tuin moet
de gekozen werktijd worden aangepast.
•
Zone
Bij tuinen met allerlei hoeken kan de maairo-
bot problemen hebben om elke zone te be-
reiken en het gazon volledig te maaien. In dit
geval kunnen meerdere startpunten op de be-
grenzingsdraad (18) worden gekozen. Zo kan
de maairobot ook moeilijk toegankelijke delen
van uw tuin bereiken. De maairobot zal de
gekozen afstand aan de begrenzingsdraad
(18) afleggen en in dit deel beginnen te maai-
en (afbeelding 6m). Ga met behulp van de
navigatietoetsen (55) naar de waarde die u
wilt wijzigen, en stel de gewenste afstand en
frequentie in. - Het laadstation (19) wordt
automatisch gedefinieerd als startpunt 1. De
twee verdere startpunten kunnen vrij worden
gekozen. Meet hiervoor de afstand tussen
laadstation (19) en startpunt met de klok
mee langs de begrenzingsdraad (18). Via de
frequentie legt u vast hoe vaak de maairobot
vanuit het laadstation (19), of vanuit een van
Anl_FREELEXO_LCD_BT_plus_SPK9.indb 152
Anl_FREELEXO_LCD_BT_plus_SPK9.indb 152
NL
de betreffende startpunten, zijn werk start.
•
Randmaaien
De maairobot maait eenmaal per week aan
het begin van zijn werkvenster de rand van
het gazon en begint vervolgens te maaien. De
standaard instelling af fabriek is 'Aan'.
•
Foutgeheugen
U krijgt informatie over de het laatst opgetre-
den fouten van uw maairobot.
•
Regensensor
De regensensor (5) kan via deze instelling
in- en uitgeschakeld worden. De standaard
fabrieksinstelling voor de sensor is 'Aan'. -
Een gedetailleerde beschrijving van de re-
gensensor kan worden nagelezen in 'Inbedri-
jfstelling' onder 'Sensoren'.
•
Algemeen
- PIN-code: U kunt de PIN van de maairobot
wijzigen en uw persoonlijke PIN gebruiken.
Ga daarvoor te werk zoals beschreven in het
hoofdstuk 'Blokkeerinrichting / PIN'. Opgelet!
Noteer de nieuwe PIN.
- Datum & Tijd: Ga met behulp van de navi-
gatietoetsen (55) naar het betreffende punt
en voer de gewenste instellingen uit.
- Taal: Ga met behulp van de navigatietoet-
sen (55) naar de gewenste taal.
- Softwareversie: Hier is de actuele soft-
wareversie van de maairobot vermeld.
Maaiprogramma's – Toets 'MODE' (52)
Ga met de navigatietoetsen (55) naar het ge-
wenste maaiprogramma om dit te starten. U
heeft telkens de keuze tussen het primaire vlak
/ hoofdvlak en het secundaire vlak / nevenvlak.
Meer informatie over de beide vlakken vindt u in
het hoofdstuk 'Inbedrijfstelling' onder het punt
'Begrenzingsdraad'.
•
Maaien
Start de maairobot om het gazon te maaien
en de maairobot schakelt aan de hand van
het ingestelde tijdschema om in de normale
bedrijfsmodus.
•
Randmaaien
Zet de maairobot in de buurt van de begren-
zingsdraad (18) of start hem terwijl hij zich
in het laadstation (19) bevindt. De maairobot
volgt de begrenzingsdraad (18) met inge-
schakeld maaiwerk met de klok mee tot
aan de achterkant van het laadstation (19).
Vervolgens keert de maairobot terug naar het
laadstation (19), mits er geen werkvenster
actief is.
- 152 -
18.12.2020 09:10:48
18.12.2020 09:10:48