Voer regelmatig een algemene controle van de
maairobot uit en verzamel alle opgezamelde res-
ten. Vóór elk begin van een seizoen de toestand
de klingen (10) absoluut controleren. Wend u bij
reparaties tot onze klantendienst. Gebruik alleen
originele onderdelen.
7.2.2 Software update
Wanneer u de software wilt updaten, kopieer
dan de nieuwe software op een lege USB-stick
(eventueel de USB-stick eerst formatteren). Zorg
ervoor dat de accu volledig is geladen, voordat u
de volgende stappen uitvoert.
1. Zet de maairobot op het te maaien terrein. De
maairobot mag zich bij de software update
niet in het laadstation bevinden.
2. Sluit aan de USB-aansluiting zoals afgebeeld
een USB-stick aan (afbeelding 11).
3. Schakel de hoofdschakelaar (7) in (ON).
4. De maairobot start nu de update van de
software en geeft daarbij de huidige status
aan. Nadat de nieuwe software volledig is
gekopieerd, gaat de maairobot in de normale
bedrijfstoestand.
5. Als het update proces is afgesloten, trek dan
de USB-stick eruit en sluit de afdekking.
7.2.3 Reparatie van de begrenzingsdraad
Als de begrenzingsdraad (18) op een bepaald
punt wordt doorgesneden, gebruik dan voor de
reparatie de meegeleverde kabelverbinder (16).
Daarvoor steekt u beide uiteinden van de doorge-
sneden begrenzingsdraad (18) in de kabelverbin-
der (16) en drukt u deze met behulp van een tang
samen. Steek de netstekker in de contactdoos.
Controleer vervolgens aan de hand van de LED-
indicatie (21) aan het laadstation (19) de werking.
7.3 Bestelling van onderdelen:
Bij de bestelling van onderdelen moeten de vol-
gende gegevens worden vermeld:
•
Type van het apparaat
•
Artikelnummer van het apparaat
•
Ident.-nummer van het apparaat
•
Onderdeelnummer van het benodigde onder-
deel
Actuele prijzen en info vindt u terug onder
www.Einhell-Service.com
Reserve klingen art.-nr.: 34.140.20
Anl_FREELEXO_LCD_BT_plus_SPK9.indb 155
Anl_FREELEXO_LCD_BT_plus_SPK9.indb 155
NL
8. Opslag
Laad de accu (22) vóór opslag gedurende de
winter volledig op en schakel de maairobot via
de hoofdschakelaar (7) uit (OFF). Neem de accu
(22) uit het apparaat. Isoleer de voedingseenheid
(13) van de stroomtoevoer en het laadstation (19).
De begrenzingsdraad (18) kan in de winter buiten
worden gelaten. Zorg er echter wel voor dat de
aansluitingen zijn beschermd tegen corrosie.
Isoleer daartoe de aansluitingen van de begren-
zingsdraad (18) van het laadstation (19).
Berg het apparaat en het toebehoren op op
een donkere, droge, vorstvrije en voor kinderen
ontoegankelijke plaats. De optimale opslagtem-
peratuur ligt tussen 5 °C en 30 °C. Bewaar het
apparaat in de originele verpakking.
9. Transport
•
Schakel het apparaat uit via de hoofdscha-
kelaar (7) (OFF) (afbeelding 8).
•
Breng, indien voorhanden, transportbeveili-
gingen aan.
•
Bescherm het apparaat tegen schade en
sterke trillingen, die met name optreden bij
het transport in voertuigen.
•
Beveilig het apparaat tegen wegglijden en
kantelen.
•
Draag de maairobot aan de draaggreep
(6) met de messenschijf (11) weg van het
lichaam gericht.
- 155 -
18.12.2020 09:10:49
18.12.2020 09:10:49