interno1e
4-02-2003
35
Nederlands
1
INLEIDING
1.1
De hogedrukreiniger die u heeft aange-
schaft is een product van hoog technolo-
gisch niveau, ontwikkeld door één van de
meest ervaren bedrijven in Europa op het
gebied van hogedrukpompen. Om verze-
kerd te zijn van de beste resultaten, heb-
ben we een aantal regels opgesteld die u
wordt verzocht aandachtig door te lezen
en op te volgen bij het gebruiken van het
apparaat. Hartelijk dank voor de goede
keuze en veel succes bij het werk!
2
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
2.1
AANWIJZINGEN: WAT U NIET MOET
DOEN
2.1.1
Gebruik de hogedrukreiniger
functionering NIET met ont-
vlambare of giftige vloeistoffen
of met eigenschappen die een
correcte werking van de hogedrukreiniger
in de weg staan.
OF VERGIFTIGINGEN
2.1.2
Richt de waterstraal NIET op
personen of dieren.
VOOR VERWONDINGEN
2.1.3
Richt de waterstraal NIET op
de hogedrukreiniger zelf, op
elektrische onderdelen ervan of op ande-
re elektrische apparatuur.
ELEKTRISCHE SCHOKKEN
2.1.4
Gebruik de hogedrukreiniger NIET
buiten als het regent.
KORTSLUITING
2.1.5
De hogedrukreiniger mag NIET
worden gebruikt door kinderen of
onbekwame personen.
ONGEVALLEN
2.1.6
Raak de stekker en/of het
stopcontact NIET aan met
natte handen.
SCHOKKEN
2.1.7
Gebruik de hogedrukreiniger
NIET als de elektriciteitskabel
beschadigd is.
SCHOKKEN EN KORTSLUITINGEN
2.1.8
Gebruik de hogedrukreiniger
NIET als de hogedrukslang
beschadigd is.
2.1.9
Blokkeer de hendel van het pistool
NIET in de werkstand.
ONGEVALLEN
2.1.10
Controleer op de aanwezigheid van
het typeplaatje op de hogedrukreini-
ger, waarschuw de dealer indien dit niet
het geval is. Hogedrukreinigers zonder
typeplaatje mogen NIET worden gebruikt,
18:44
Pagina 35
GEVAAR VOOR EXPLOSIES
GEVAAR
GEVAAR VOOR
GEVAAR VOOR
GEVAAR VOOR
GEVAAR VOOR ELEKTRISCHE
GEVAAR VOOR ELEKTRISCHE
GEVAAR VOOR EXPLOSIES
GEVAAR VOOR
aangezien ze niet te identificeren en
potentieel gevaarlijk zijn.
ONGEVALLEN
2.1.11
Kom NIET aan de regelklep
en wijzig de afstelling er niet
van.
GEVAAR VOOR EXPLOSIES
2.1.12
Verander de originele diameter van
de straal van de kop NIET.
DE WERKING OP GEVAARLIJKE WIJZE VERANDE-
REN
2.1.13
Laat de hogedrukreiniger NIET
onbeheerd.
GEVAAR VOOR ONGEVAL-
LEN
2.1.14
Verplaats de hogedrukreiniger NIET
door te trekken aan de voedingska-
bel.
GEVAAR VOOR KORTSLUITINGEN
2.2
AANWIJZINGEN: WAT U WEL MOET
DOEN
2.2.1
Alle stroomgeleidende onderdelen
MOETEN AFGESCHERMD ZIJN
tegen de waterstraal.
SLUITINGEN
2.2.2
SLUIT de hogedrukreiniger
alleen AAN op een stroom-
bron welke volgens de regels is voorzien
is van een aardgeleider.
ELEKTRISCHE SCHOKKEN
• Het gebruik van een veiligheids-differen-
tiaaluitschakelaar (30 mA) zal extra per-
soonlijke bescherming bieden.
2.2.3
kleine deeltjes met grote snelheid worden
rondgeslingerd, het is dan ook noodzake-
lijk dat u beschermende kleding en een
veiligheidsbril DRAAGT.
WONDINGEN
2.2.4
Voordat u reparaties of onderhouds
werkzaamheden op de hogedruk-
reiniger uitvoert dient u de stekker UIT
HET STOPCONTACT TE TREKKEN.
GEVAAR VOOR ONGEWENST STARTEN
2.2.5
HOUD, vanwege de terugslag, het
pistool stevig VAST als u de hendel
indrukt.
GEVAAR VOOR VERWONDINGEN
2.2.6
HOUD U AAN de voorschriften van
het plaatselijke waterleidingbedrijf.
Volgens de DIN 1988 norm kan de hoge-
drukreiniger alleen dan rechtstreeks op
het openbare waterleidingnet worden
aangesloten als in de toevoerleiding een
terugstroomklep met afvoer is geïnstal-
leerd.
GEVAAR VOOR VERVUILING
2.2.7
Het onderhoud en/of de reparatie
van de elektrische onderdelen
MOET worden uitgevoerd door bevoegd
GEVAAR VOOR
DIT KAN
GEVAAR VOOR KORT-
GEVAAR VOOR
Als gevolg van de
hoge druk kunnen
GEVAAR VOOR VER-