Afbeelding 7 CDx440sc-gateway en een SC-controller
1 Ongevaarlijk gebied
2 Sensor
3 Voeding/4–20 mA-sensorkabel
4 RS-232-kabel
Afbeelding 8 Apparaat—Directe analoge (4-20 mA) of digitale (RS-232) communicatie
1 Ongevaarlijk gebied
2 Sensor
3 Voedings-/4–20 mA-sensorkabel (12 tot 28 VDC,
4-20 mA loopvoeding)
4.1.1 De sensorkabel doorknippen (optioneel)
Knip indien nodig de sensorkabel(s) door om de lengte te verkleinen. Nadat een of meer
sensorkabels zijn doorgeknipt, bereidt u de sensordraden voor zoals weergegeven in
Zorg ervoor dat u de blanke draad van de twee afschermingsdraden bedekt met draadisolatie.
Opmerking: Wanneer twee sensorkabels worden gebruikt, moeten de sensorkabels met kabelbinders aan elkaar
worden bevestigd om de EMC-norm te behouden, tenzij de sensorkabels in een leiding worden geïnstalleerd.
5 CDx440sc-gateway
6 Digitale verlengkabel
7 SC-controller
4 RS-232-kabel (optioneel)
5 Apparaat (bijv. SCADA of PLC)
Afbeelding
9.
Nederlands 171