2.2 Toetsen
De functie van de toetsen op het bedieningspaneel wordt hieronder beschreven.
Wanneer u een instelling activeert door op de desbetreffende toets of toetscombinatie
te drukken, begint de parameter op het scherm te knipperen.
Snelheid en RCF
= Hiermee wisselt u
tussen RPM en RCF; de
ingestelde snelheid
wordt geregeld met
stappen van 10
Versnelling en
vertraging
= Hiermee wisselt u
tussen versnelling en
vertraging; hiermee
regelt u de
versnelling/vertraging
(0-9)
Voorkoeling
= Hiermee koelt u de
centrifuge en de rotor
tot de vooraf ingestelde
temperatuur (alleen bij
modellen met koeling)
Programma
= Hiermee roept u de
opgeslagen
programma's op
Opslaan
= Hiermee kunt de
instellingen, met
inbegrip van de
gebruikte rotor, opslaan
als programma (max. 99
programma's)
Snel
= Voor korte
centrifugeercycli
115
Temperatuur
= Hiermee activeert u
de ingestelde
temperatuur van -20 °C
tot 40 °C (alleen bij
modellen met koeling)
Time
= Hiermee activeert u
de ingestelde tijd (max.
99 uur en 59 min, of
doorlopend)
Starten
= Hiermee start u de
centrifuge (alleen als
het deksel naar behoren
is gesloten)
Stoppen
= Hiermee kunt u het
apparaat op elk
gewenst moment
stoppen
Deksel openen
= Hiermee opent u het
deksel van de centrifuge
(wacht totdat de rotor
volledig tot stilstand is
gekomen)
Instelknop
= Hiermee past u de
geactiveerde waarden
aan