Controleer of het lampje 'POWER' (Voeding) brandt, wat erop duidt dat de
console van stroom wordt voorzien, en of de voedingsschakelaar op de
achterzijde van de console in de stand 'AAN' staat.
Houd de knop 'RAISE' (Heffen) ingedrukt. De pomp begint te werken,
waardoor de hefbrug wordt geheven.
LET OP: Luister of u de mechanische vergrendelingen over de
bijbehorende palletjes hoort gaan. Als u het geluid niet hoort,
laat u de knop 'RAISE' (Heffen) los en raadpleegt u het gedeelte
voor probleemoplossing in deze handleiding.
LET OP: Als u herhaaldelijk op de knop Heffen drukt en deze
weer loslaat (joggen), kan een vroegtijdige motorstoring
optreden. Als joggen wordt waargenomen, treedt er een time-
out van de hefbrug in werking en knipperen de LED's in de vorm
van een uitroepteken.
Laat de knop 'RAISE' (Heffen) los wanneer de hefbrug de gewenste hoogte
heeft bereikt. De pomp wordt uitgeschakeld en de hefbrug stopt.
Houd de knop 'LOWER' (Neerlaten) ingedrukt totdat de hefbrug stopt met
zakken, de mechanische vergrendelingen worden geactiveerd en het lampje
'NOT ON LOCKS' (Vergrendelingen niet ingeschakeld) niet langer brandt.
Wanneer het bericht 'MISMATCHED LOCKS' (Niet passende
vergrendelingen) brandt, is de knop 'LOWER' (Neerlaten)
uitgeschakeld.
Als het bericht 'MISMATCHED LOCKS' (Niet passende vergrendelingen)
brandt, brengt u de hefbrug omhoog om deze waterpas te maken en de niet
passende vergrendelingen te corrigeren.
Druk op de knop 'RAISE' (Heffen) totdat het bericht 'MISMATCHED LOCKS'
(Niet passende vergrendelingen) niet langer brandt (u hoort meestal één
vergrendeling klikken) en de vergrendelingen weer passen.
Laat de hefbrug opnieuw zakken om de mechanische vergrendelingen te
activeren.
LET OP: Zorg ervoor dat de mechanische vergrendelingen
volledig zijn geactiveerd voordat u onderhoud gaat uitvoeren
aan het voertuig.
Hefbrug neerlaten
Verwijder alle obstakels onder de hefbrug en rijbanen.
Controleer of het voertuig stevig op de rijbanen rust en dat wielblokken voor
en achter het linkerachterwiel zijn geplaatst.
WAARSCHUWING: Bedien de hefbrug NIET wanneer krikken
worden gebruikt. Als de hefbrug wordt geheven of neergelaten
terwijl het voertuig wordt ondersteund door een krik, kan ernstig
letsel het gevolg zijn.
LET OP: Zorg ervoor dat de krikken in de opbergstand staan
voordat u de hefbrug volledig neerlaat.
Controleer of de draaiplaten en glijplaten van de rijbanen op hun plaats zijn
vastgezet.
Houd de knop 'RAISE' (Heffen) ingedrukt totdat de hefbrug van de
vergrendelingen loskomt (ongeveer 25 mm (1 inch)).
LET OP: Zorg ervoor dat de optionele stelpoten in de horizontale
opbergstand zijn gedraaid, indien deze aanwezig zijn.
Houd de knop 'LOCK RELEASE' (Vergrendeling ontgrendelen) ingedrukt om
de vergrendelingen te ontgrendelen.
Druk, terwijl u de knop 'LOCK RELEASE' (Vergrendeling ontgrendelen)
ingedrukt blijft houden, op 'LOWER' (Neerlaten) totdat de hefbrug de
gewenste hoogte bereikt.
Laat beide knoppen los wanneer de hefbrug de gewenste hoogte heeft
bereikt.
Houd de knop 'LOWER' (Neerlaten) ingedrukt totdat de mechanische
vergrendelingen worden geactiveerd en het bericht
'NOT ON LOCKS' (Vergrendelingen niet ingeschakeld) verdwijnt.
Als het bericht 'MISMATCHED LOCKS' (Niet passende vergrendelingen)
verschijnt, brengt u de hefbrug omhoog om deze waterpas te maken en de
niet passende vergrendelingen te corrigeren.
Druk op de knop 'RAISE' (Heffen) totdat het bericht 'MISMATCHED LOCKS'
(Niet passende vergrendelingen) verdwijnt (u hoort meestal één vergrendeling
klikken) en de vergrendelingen weer passen.
Laat de hefbrug opnieuw zakken om de mechanische vergrendelingen te
activeren.
Bij hefbruggen met PowerSlide worden de glijplaten automatisch
vergrendeld wanneer de hefbrug tot de grond wordt neergelaten.
20
Als de hefbrug volledig wordt neergelaten, dient u ervoor te zorgen dat de
hefbrug volledig op de vloer rust voordat u de wielblokken gaat verwijderen.
Verwijder alle wielblokken.
Controleer of de draaiplaten en glijplaten van de rijbanen op hun plaats zijn
vergrendeld voordat u het voertuig van de neergelaten hefbrug verwijdert.
Gebruik vergrendelpennen als de optionele PowerSlide-functie niet aanwezig
is.
Rijd het voertuig voorzichtig van de rijbanen af.
Werktrede gebruiken
Werktrede gebruiken
Werktreden zijn niet bedoeld voor putmontages. Als u werktreden
gebruikt in een putmontage, moeten alle werktreden van de
hefbrug worden verwijderd voordat u de hefbrug in de put neerlaat.
De hefbrug is uitgerust met draagbare werktreden die in de zijkant van de
hefbrug passen door middel van speciale uitsparingen.
Als u een werktrede gebruikt, dient u er altijd voor te zorgen dat de werktrede
volledig vastzit en is vergrendeld in de uitsparing aan de zijkant van de
rijbaan.
Gebruik altijd twee handen om de werktrede als volgt te plaatsen:
Lijn de haakbeugels van de werktrede uit met de uitsparingen in de zijkant
van de hefbrug.
Duw de werktrede naar voren en omlaag totdat de vergrendelingen op hun
plaats klikken.
Bekijk de foto's:
Afbeelding 4.
A) Gele sticker NIET zichtbaar
Juiste montage, volledig aangebracht - De haakbeugels van de werktrede
zijn volledig door de kruisuitsparing heen geplaatst en zijn op hun plaats
vergrendeld.
Afbeelding 5.
B) Gele sticker zichtbaar
Onjuiste montage, gedeeltelijk aangebracht - De werktrede is slechts
gedeeltelijk door de uitsparingen aangebracht. De gele sticker geeft aan dat
de werktrede niet in de zijkant van de rijbaan is vergrendeld. In deze onveilige
toestand kan de trede eenvoudig uit de rijbaan worden getrokken. Duw de
trede naar voren en omlaag totdat deze wordt vergrendeld.
LET OP: Gebruik nooit een werktrede die niet juist is geplaatst.
De gele sticker geeft aan dat de werktrede niet is vergrendeld en
dat de trede los kan raken. Letsel door vallen is mogelijk.
Controleer de stabiliteit van de werktrede door op de trede te duwen voordat
u erop gaat staan.
Wanneer u de werktrede gebruikt, dient u altijd een veilige, stevige, door
OSHA goedgekeurde trap met twee treden als tussenstap bij het beklimmen
van de werktrede te gebruiken.
LET OP: Als u meer dan één draagbare werktrede gebuikt aan
één kant van de hefbrug, mag u niet van de ene naar de andere
trede stappen of springen. Ernstig letsel kan het gevolg zijn van
onjuist gebruik van de werktreden.
Trek de lipjes gelijktijdig terug om de vergrendelingen te ontgrendelen en de
werktrede te verwijderen.
Hulpkrikken
Hulpkrikken
Raadpleeg de bedieningsinstructies van de krik als uw hefbrug met een krik
is uitgerust.
LET OP: De krikken mogen niet dichter dan 150 cm (60 inch)
bij elkaar worden geplaatst. Schade aan de hefbrug, de krik of
het voertuig kan het gevolg zijn als u dit wel doet.
Nederlands