1) Druk de beide vergrendelingsknoppen
(8) op de zijkanten van de zender in. De
bedieningsmodule klikt dan los en kan in
de houder worden verschoven. Schuif de
bedieningsmodule naar beneden tot ze
opnieuw vastklikt. Het batterijvak (11)
aan de achterzijde van de zender is nu
bereikbaar (zie figuur 3).
2) Breng in het batterijvak twee mignon-bat-
terijen van 1,5 V (R6, AA) aan, met de po-
sitieve en negatieve polen zoals voorge-
drukt in het vak.
3) Klik de bedieningsmodule weer los, schuif
ze terug in de vorige stand en laat ze daar
vastklikken.
5 Ingebruikname
1) Sluit een hoofdmicrofoon (b. v. HSE-110
of HSE-210/SW van "img Stage Line")
aan op de mini-XLR-jack (4).
2) Om in te schakelen, schuift u de POWER-
schakelaar (2) in de stand "ON". Op het
display (3) verschijnt kort het
verschijnt de momenteel ingestelde zen-
derfrequentie evenals een batterijsym-
bool dat de huidige laadtoestand van de
batterijen in meerdere standen aangeeft:
vol
3) Druk de vergrendelingsknoppen (8) op
de zijkanten van de zender in en schuif
de bedieningsmodule in de houder naar
boven tot ze vastklikt (zie fig. 1).
4) Om de zenderfrequentie in te stellen:
a) Houd de toets SET (7) 3 sec ingedrukt.
Het display geeft even
wisselt dan terug naar de vorige weer-
gave. In de frequentie-instelmodus
knippert op het display steeds de
melding MHZ.
Opmerking: Om de frequentie-in-
stelmodus te verlaten zonder in-
stelling van de frequentie, drukt u
op de toets SET . Op het display
verschijnt kort
schakelt het toestel terug naar nor-
male werking.
b) Stel met de pijltoetsen de frequentie
in: bij elke druk op de toets
neemt de frequentie toe met 125 kHz,
c) Sla de instelling op door op de toets
5) Schakel de ontvanger in en stel er de-
zelfde radiofrequentie op in (zie gebruiks-
aanwijzing van de ontvanger).
paneel of versterker) in dat op de ontvan-
ger is aangesloten.
6) Spreek of zing in de microfoon. U kunt
het volumeniveau corrigeren door de
trimregelaar (10) op de achterzijde van
de bedieningsmodule (zie figuur 2) in een
andere stand te plaatsen. Gebruik hier-
, dan
voor de meegeleverde instelsleutel.
zender. Bij een te hoog geluidsvolume
vervormt het zendersignaal; draai de re-
gelaar dan terug (resp. ook helemaal
naar links). Een te laag geluidsvolume re-
sulteert in een slechte signaal-ruisver-
leeg
houding; draai de regelaar overeen-
komstig open.
7) Indien nodig kan het apparaat in de blok-
keermodus worden geschakeld. In de
blokkeermodus kunt u het toestel niet per
ongeluk uitschakelen of de zenderfre-
quentie wijzigen. Om de blokkeermodus
weer en
te activeren, houdt u de toets
durende 3 seconden ingedrukt. Het dis-
play geeft even
dan terug naar de vorige weergave.
POWER-schakelaar (2) tijdens het ge-
bruik in de stand "OFF" wordt geplaatst of
op de toets SET (7) gedrukt, dan geeft
het toestel met de melding
, vervolgens
display de blokkeermodus aan. Om de
blokkeermodus te desactiveren, houdt u
de toets
den ingedrukt. Het display geeft dan even
(5)
vorige weergave.
bij elke druk op de toets
de frequentie af met 125 kHz.
Opmerking: Om bij gelijktijdig ge-
bruik van meerdere radiosystemen
een onderlinge storing te voorko-
men, moeten de radiofrequenties
van de afzonderlijke systemen
zover mogelijk uit elkaar liggen.
(Frequentieafstand min. 250 kHz).
SET te drukken. Op het display ver-
schijnt kort
, vervolgens schakelt
het toestel terug naar normale werking.
Schakel het audioapparaat (meng-
Stel het optimale volume in voor de
Indien bij een geblokkeerd toestel de
opnieuw gedurende 3 secon-
weer en wisselt dan terug naar de
(6) neemt
(5) ge-
weer en wisselt
op het
NL
B
17