3. Aansluiten van de UPS
• Sluit de UPS 1 via een geaarde wandcontactdoos op de netspanning aan: met behulp
van het bijgeleverde snoer bij een UPS met FR/DIN aansluitingen, of met het netsnoer
4 van uw computer bij een UPS met IEC aansluitingen (zie figuur A).
• Sluit de aansluitingen van kritische apparatuur (computer, monitor, modem...) aan op
de battery backup- en surge protected aansluitingen 19 (zie figuur B); daarbij mag de
aangegeven stroom in Ampères echter niet overschreden worden.
• Andere apparaten (printer, scanner, fax, enz.) kunnen worden aangesloten op de
piekbeschermingsuitgangen 18 (zie figuur B). De piekbeschermingsuitgangen hebben
geen batterij back-up voeding in geval van stroomuitval.
Facultatieve Internet modem / netwerk:
De modem- of ethernetverbinding kan tegen overspanning worden beveiligd door hem
aan te sluiten via de UPS. Dit bereikt u door enerzijds de wandcontactdoos via het snoer
van het te beveiligen apparaat op de UPS UPS aan te sluiten, en anderzijds door de UPS
op dit apparaat aan te sluiten met behulp van een kabel met dezelfde specificaties, zoals
aangegeven in figuur C (snoer niet bijgeleverd).
Optionele USB-port beveiliging:
Het UPS-apparaat kan op de computer worden aangesloten via de meegeleverde USB-
kabel 5 (zie figuur C).
De software is beschikbaar op de cd-rom 5 , de Eaton UPS Companion software kan ook
worden gedownload van de website powerquality.eaton.com.
Registreer voor de garantiekaart op powerquality.eaton.com.
4. Werkingsmode van de Master en EcoControl aansluitingen
Om het energieverbruik van de randapparatuur (scanner, printer) in pauze mode zo
laag mogelijk te houden, is het Ellipse PRO voorzien van EcoControl aansluitingen
die ondergeschikt zijn aan de Master aansluiting (zie Figuur B). Bij uitschakelen van
de hoofdapplicatie die door de Master aansluiting van energie wordt voorzien (de
computer), worden de EcoControl aansluitingen automatisch uitgeschakeld en schakelt
de randapparatuur uit.
Deze functie (default: uitgeschakeld) wordt ingeschakeld en geparametreerd via de
configuratie tool die in de software.
N.B.: Als de functie geactiveerd is mag er geen kritische apparatuur op de EcoControl aansluitingen
aangesloten worden.
Inschakeldrempels parametreren
De default parametrering garandeert de goede werking van de EcoControl functie.
Afhankelijk van het verbruiksniveau van de hoofdapparatuur kan het echter
noodzakelijk zijn om de inschakeldrempel van de EcoControl functie te wijzigen via de
configuratiesoftware die bij de UPS geleverd wordt:
• Controleer eerst of de functie geactiveerd is in het "EcoControl function" menu van de
configuratie tool.
• Als de randapparatuur die op de EcoControl aansluitingen aangesloten is niet
uitschakelt als de hoofdapparatuur niet in normale werkingsmode staat (bv.: bij
activeren van de pauze mode), moet de inschakeldrempel op High gezet worden.
• Als het nominale verbruiksniveau van de hoofdapparatuur gering is en de EcoControl
aansluitingen uitschakelen terwijl de hoofdapparatuur in normale werkingsmode
staat, moet de inschakeldrempel op Low ingesteld worden.
614-06817-00
27