Chemische middelen bewaren
1.
Bewaar een spuitoplossing niet langer dan één
dag in de fles/jerrycan.
Bewaar en transporteer een spuitoplossing
2.
altijd in een goedgekeurde fles/jerrycan.
3.
Bewaar of transporteer een spuitoplossing
nooit in een fles/jerrycan die bedoeld is voor
voedsel, drinken of diervoer.
4.
Bewaar of transporteer een spuitoplossing
niet tezamen met voedsel, drinken of diervoer.
5.
Houd een spuitoplossing buiten het bereik van
kinderen, onbevoegde personen en dieren.
6.
Bewaar een spuitoplossing in een afgeslo-
ten ruimte die beveiligd is tegen onbevoegd
gebruik.
Chemische middelen weggooien
1.
Gooi restanten van chemische middelen of veront-
reinigde spoeloplossingen nooit weg in een sloot,
afvoerkanaal, riool, straatgoot, mangat en dergelijk.
2.
Wanneer u een verontreinigd spoeloplossing
weggooit, houdt u zich aan alle toepasselijke
wet- en regelgeving en verordeningen.
3.
Houd u exact aan de voorzorgsmaatregelen
in de instructies van de fabrikant van het che-
misch middel.
De tank vullen
1.
Verzeker u ervan dat de aftapkraan en mond-
stukkraan dicht staan.
2.
Voordat u de vernevelaar met chemische mid-
delen gebruikt, vult u de tank met vers water
om er zeker van te zijn dat u het apparaat
correct hebt gemonteerd en test het spuiten.
Controleer op dat moment tevens op lekkages.
Nadat u goed vertrouwd bent met de bedie-
ning van de vernevelaar, volgt u de normale
bedieningsprocedures.
Vul de tank op een goed geventileerde plaats
3.
of buitenshuis.
Gebruik geen ontvlambare stoffen in de verneve-
4.
laar waardoor een explosie kan worden veroor-
zaakt die kan leiden tot ernstig of fataal letsel.
Gebruik geen bijtende of corrosieve materialen in de
5.
vernevelaar die het gereedschap kunnen beschadigen.
6.
Gebruik geen vloeistof met een temperatuur
hoger dan 50 °C om de kans op verbranding en
schade aan het gereedschap te verkleinen.
7.
Plaats de vernevelaar op een horizontale
ondergrond wanneer u de tank gaat vullen. Om
het risico van verontreiniging van de omge-
ving te verkleinen, let u erop de tank niet te ver
te vullen met chemische oplossing.
Om het risico van letsel te verkleinen, mag u
8.
de tank niet vullen terwijl u het gereedschap
op uw rug draagt.
Als u de fles/jerrycan met de oplossing vult via
9.
een slang bevestigd aan een centrale water-
toevoer, zorgt u ervoor dat het uiteinde van de
slang niet in de oplossing steekt om het risico
van terugstromen te verkleinen.
10. Bereken de correcte hoeveelheid benodigde
chemische oplossing zodat deze in één keer
volledig wordt opgebruikt zonder dat extra
oplossing overblijft in de tank.
11.
Draai na het vullen de tankdop stevig vast.
12. Controleer tijdens het vullen en tijdens gebruik
op lekkages. Een lek in de tank of een loszit-
tende koppeling kan uw kleding doordrenken
met oplossing die in aanraking komt met uw
huid.
13. Vul de tank met een hoeveelheid vloeistof die
geschikt is voor het lichaamsformaat of de
sterkte van de gebruiker.
Bediening
1.
Schakel het gereedschap uit, verwijder de
accu's en verzeker u ervan dat alle bewegende
delen volledig tot stilstand zijn gekomen:
•
iedere keer als u het gereedschap onbe-
heerd achterlaat;
•
voordat u een verstopping opheft;
voordat u het gereedschap controleert,
•
reinigt of er werkzaamheden aan gaat
verrichten; of
als het gereedschap abnormaal begint te
•
trillen.
2.
Gebruik het gereedschap alleen bij daglicht of
helder kunstlicht.
3.
Reik niet te ver en zorg altijd voor een stevige
stand en goede lichaamsbalans.
4.
Zorg altijd dat u stevig staat op hellingen.
Loop gewoon en ren niet.
5.
6.
Zorg ervoor dat alle koelluchtinlaten vrij zijn
van vuil.
7.
Spuit nooit in de richting van omstanders.
Gebruik het gereedschap in een aanbevolen
8.
stand en op een stevige ondergrond.
9.
Gebruik het gereedschap niet op hoge
plaatsen.
10. Richt het mondstuk nooit op iemand in de
buurt tijdens het gebruik van het gereedschap.
11.
Blokkeer nooit de aanzuigopening en/of de
neveluitblaasopening.
•
Wees voorzichtig dat de aanzuigopening
of neveluitblaasopening niet verstopt
raken met stof of vuil tijdens gebruik op
een stoffige plaats.
•
Gebruik geen andere mondstukken dan
die worden aanbevolen door Makita.
12. Gebruik het gereedschap niet vlakbij een
openstaand raam, enz.
13. Wij adviseren u het gereedschap alleen op
redelijke tijdstippen te gebruiken - niet vroeg
in de ochtend of laat in de avond wanneer
overlast voor anderen kan ontstaan.
14. Als het gereedschap tegen een vreemd voor-
werp stoot of een vreemd geluid maakt of
begint te trillen, schakelt u het gereedschap
onmiddellijk uit. Verwijder de accu's vanaf het
gereedschap en inspecteer het gereedschap
op beschadigingen voordat u het gereedschap
weer start en gebruikt. Als het gereedschap
beschadigd is, vraagt u uw erkende Makita-
servicecentrum het te repareren.
15. Steek geen vingers of andere voorwerpen in
de aanzuigopening of neveluitblaasopening.
65 NEDERLANDS