Aritech 700 Serie Manual De Instrucciones página 17

NL: Installatieblad
Omschrijving
De conventionele puntdetectoren serie 700 worden gebruikt in
combinatie met de montagevoeten DB702 en DB702U.
Tabel 1: Conventionele puntdetectoren serie 700
Model Detectortype
DP721I Optische rookdetector met nevenindicatoruitgang
DP721R Optische rookdetector met relaisuitgang
DP721RT Multidetector (optisch/hitte) met relaisuitgang
DP721T Multidetector (optisch/hitte) met nevenindicatoruitgang
DT713-5 Hittedetector, differentiaal met maximaalelement 57° C
DT713-5R Hittedetector, differentiaal met maximaalelement 57° C
en relaisuitgang
DT713-7 Hittedetector, differentiaal met maximaalelement 70 °C
Installatie
Waarschuwing: Raadpleeg voor algemene richtlijnen met
betrekking tot systeemplanning, ontwerp, installatie,
ingebruikname, gebruik en onderhoud CEN/TS 54-14 en de
lokale regelgeving.
Een detector installeren:
1. Plaats de detector in de montagevoet en draai de detector
rechtsom tot deze vastklikt.
Indien gewenst, kan de detector in de montagevoet worden
vergrendeld. U kunt dit doen door voor de installatie het
vergrendelingslipje te verwijderen (Afbeelding 1).
Elke montagevoet van de serie 700 heeft een
doorverbindingsschakelaar tussen de LINE IN (1)- en LINE
OUT (2)-aansluitingen van het conventionele detectorcircuit.
De montagevoet wordt geleverd met de schakeling in de
gesloten positie. Standaard is de verbinding ingeschakeld,
zodat u de groepenbedrading kunt controleren met behulp van
uitsluitend de montagevoeten. Bij het plaatsen van een
detector wordt de verbinding automatisch verbroken. Dit stelt
de centrale in staat om een foutmelding te genereren als de
detector weer wordt verwijderd.
Test detectoren na de installatie altijd.
Opmerking: Alle modellen van de serie 700 zijn ongevoelig
voor polariteit. Bij het gebruik van nevenindicatoren moet wel
rekening worden gehouden met de polariteit.
Onderhoud
Een vergrendelde detector verwijderen:
1. Steek een kleine schroevendraaier in de sleuf van het
vergrendelingslipje (Afbeelding 2).
2. Druk de detector in en draai de detector linksom.
Elke detector is bij levering voorzien van een rood plastic
stofkapje. Zolang het stofkapje op de rookdetector zit, werkt de
detector niet. Na het installeren van de rookdetector, nog vóór
het testen, moet het stofkapje worden verwijderd.
P/N 10-4226-501-1C70-09 • ISS 08JUN21
Ga als volgt te werk om de optische kamer te vervangen:
1. Verwijder de detector van de montagevoet.
2. Verwijder de kap van de detector door er een
schroevendraaier in te steken en de kap op te tillen
(Afbeelding 3).
3. Verwijder de gebruikte optische kamer uit de detector
(Afbeelding 4) en plaats een nieuwe optische kamer.
4. Plaats de kap van de detector terug. Dit doet u door de
kap op de detector te positioneren en in te drukken tot
deze vastklikt. Installeer vervolgens de detector weer op
de montagevoet.
5. Test de detector volgens de lokale wet- en regelgeving en
controleer of de detector in de centrale een alarm afgeeft.
Om de optische kamer te reinigen, volgt u bovenstaande
instructies voor het verwijderen en gebruikt u perslucht om het
stof te verwijderen.
Waarschuwing: Na het vervangen of reinigen van de optische
kamer moet u de gevoeligheid testen met behulp van de
gevoeligheidsniveautest die hieronder wordt beschreven.
Testen
Om de gevoeligheid nauwkeurig te testen, maakt u gebruik van
de testmode voor het gevoeligheidsniveau, zoals beschreven
in Tabel 2 hieronder. U start de test door een magneet bij het
interne reedcontact, gemarkeerd met het woord TEST op de
detectorbehuizing, te houden. Het testresultaat wordt bepaald
door het aantal knippersignalen van de LED. Zie hiertoe de
tabel. Na het testen moet u de detector resetten.
Tabel 2: Testmode voor het gevoeligheidsniveau
Aantal
Verduistering [1]
knippersignalen
1
> 9 2
8.4 3
7.2 4
6.1 5
4.9 6
3.8 7
2.6 8
< 2 9
[1] Schatting gebaseerd op (% / m) optische detector
Indicatie
Er is een hardwarefout
gevonden die niet kan
worden verholpen.
Reset de detector en voer de
test nogmaals uit. Als er nog
steeds hetzelfde wordt
aangegeven, moet u de
detector vervangen.
Het gevoeligheidsniveau van
de detector is te laag.
Reinig de detector volgens
de instructies. Controleer of
de kap van het optische blok
volledig is gesloten.
Het gevoeligheidsniveau van
de detector valt binnen de
normen.
Geen.
Het gevoeligheidsniveau van
de detector is te hoog.
Reinig de detector volgens
de instructies.
17 / 28