OBJ_BUCH-817-004.book Page 69 Thursday, March 19, 2009 12:32 PM
Afgebeelde componenten
De componenten zijn genummerd zoals op de
afbeelding van het meetgereedschap op de
pagina met afbeeldingen.
1 Opening voor laserstraal
2 Weergave pulsfunctie
3 Toets pulsfunctie
4 Functietoets
5 Batterij-indicatie
6 Statiefopname 1/4"
7 Aan/uit-schakelaar
8 Deksel van batterijvak
9 Serienummer
10 Laser-waarschuwingsplaatje
11 Vergrendeling van het batterijvakdeksel
12 Richtschijf*
13 Richtindicatie 0° op de richtschijf
14 Richtindicatie 90° op de richtschijf
15 Richtindicatie 45° op de richtschijf
16 Pen van de richtschijf
17 Beschermetui*
18 Opbergkoffer*
19 Laserbril*
20 Meetplaat met voet*
21 Laserontvanger*
* Niet elk afgebeeld en beschreven toebehoren wordt
standaard meegeleverd.
Montage
Batterijen inzetten of vervangen
Gebruik uitsluitend alkali-mangaan-batterijen.
Als u het batterijvakdeksel 8 wilt openen, drukt
u op de vergrendeling 11 in de richting van de
pijl en verwijdert u het batterijvakdeksel. Plaats
de meegeleverde batterijen. Let daarbij op de
juiste poolaansluitingen, zoals aangegeven op
de binnenzijde van het batterijvak.
Bosch Power Tools
Als de batterij-indicatie 5 rood knippert, moet u
de batterijen vervangen.
Vervang altijd alle batterijen tegelijkertijd. Ge-
bruik alleen batterijen van één fabrikant en met
dezelfde capaciteit.
Neem de batterijen uit het meetgereed-
schap als u het langdurig niet gebruikt. Als
de batterijen lang worden bewaard, kunnen
deze gaan roesten en leegraken.
Gebruik
Ingebruikneming
Bescherm het meetgereedschap tegen
vocht en fel zonlicht.
Stel het meetgereedschap niet bloot aan
extreme temperaturen of temperatuur-
schommelingen. Laat het bijvoorbeeld niet
lange tijd in de auto liggen. Laat het meetge-
reedschap bij grote temperatuurschomme-
lingen eerst op de juiste temperatuur komen
voordat u het in gebruik neemt. Bij extreme
temperaturen of temperatuurschommelingen
kan de nauwkeurigheid van het meetgereed-
schap nadelig worden beïnvloed.
Voorkom heftige schokken of vallen van het
meetgereedschap. Na sterke externe inwer-
kingen op het meetgereedschap dient u,
voordat u de werkzaamheden voortzet, altijd
een nauwkeurigheidscontrole uit te voeren
(zie „Waterpasnauwkeurigheid").
Schakel het meetgereedschap uit wanneer
u het verplaatst of vervoert. Bij het uitscha-
kelen wordt de pendeleenheid vergrendeld.
Anders kan deze bij heftige bewegingen be-
schadigd raken.
1 609 929 S02 | (19.3.09)
Nederlands | 69