Descargar Imprimir esta página

HIKOKI C 3612DRA Instrucciones De Manejo página 88

Publicidad

Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 105
Nederlands
Werkstukken die niet worden geklemd of bewegende
werkstukken kunnen bij hoge snelheden worden
weggeslingerd en letsel veroorzaken.
4. Duw de zaag door het werkstuk. Trek de zaag niet
door het werkstuk. Als u een zaagsnede wilt
maken, brengt u de zaagkop omhoog en trekt u
deze zonder te zagen over het werkstuk, start u de
motor, drukt u de zaagkop omlaag en duwt u de
zaag door het werkstuk.
Zagen met trekkende ketting veroorzaakt waarschijnlijk
dat het zaagblad boven het werkstuk klimt en het
zaagblad met geweld richting de gebruiker wordt
geworpen.
5. Plaats uw handen nooit over de bedoelde zaaglijn,
zowel voor of achter het zaagblad.
Het werkstuk ondersteunen „met gekruiste handen", dat
wil zeggen, het werkstuk rechts van het zaagblad
houden met uw linkerhand of andersom, is heel
gevaarlijk.
6. Reik niet met één van uw handen achter de
geleider op een afstand van minder dan 100 mm
van een van de zijden van het zaagblad, om
houtresten te verwijderen, of om welke andere
reden dan ook, terwijl het zaagblad draait.
De afstand van het ronddraaiende zaagblad tot uw
hand is mogelijk niet duidelijk en u kunt ernstig gewond
raken.
7. Inspecteer uw werkstuk voordat u gaat zagen. Als
het werkstuk gebogen of onregelmatig van vorm
is, klem deze dan vast met de gebogen kant in de
richting van de geleider. Zorg er altijd voor dat er
geen ruimte is tussen het werkstuk, de geleider en
de tafel langs de lijn van de zaagsnede.
Verbogen of kromme werkstukken kunnen draaien of
verschuiven en kunnen tijdens het zagen vastlopen in
de werkbank. Er mogen geen spijkers of andere
voorwerpen in het werkstuk zitten.
8. Gebruik de zaag niet tot de tafel vrij is van alle
gereedschappen, houtresten, enz., met
uitzondering van het werkstuk.
Kleine stukken hout of vuil of andere voorwerpen die in
contact komen met het draaiende zaagblad kunnen met
hoge snelheid weggeslingerd worden.
9. Zaag slechts één werkstuk per keer.
Meerdere gestapelde werkstukken kunnen niet
voldoende worden vastgeklemd of geschoord en
kunnen tijdens het zagen op het blad of de band
vastlopen.
10. Controleer of de verstekzaag is gemonteerd of
geplaatst op een vlak, stevig werkoppervlak
alvorens deze te gebruiken.
Een vlak en stevige werkoppervlak vermindert het risico
dat de verstekzaag onstabiel wordt.
11. Plan uw werk. Elke keer dat u de hoek afschuinen
of verstekzagen wijzigt, moet u ervoor zorgen de
verstelbare geleider op de juiste manier is
ingesteld om het werkstuk te ondersteunen en niet
in contact kan komen met het zaagblad of het
afschermingssysteem.
Beweeg het zaagblad, zonder het gereedschap in te
schakelen en zonder werkstuk op de tafel, door een
volledig nagebootste snede om te controleren dat er
geen contact zal worden gemaakt met de geleider.
12. Zorg voor voldoende ondersteuning, zoals een
uitschuifbaar deel van de tafel, schragen, enz.,
voor een werkstuk dat breder of langer is dan het
bovenblad van de zaagtafel.
Werkstukken die langer of breder zijn dan de
verstekzaagtafel kunnen omvallen als ze niet stevig
worden ondersteund. Als het afgesneden stuk of het
werkstuk kantelt, kan dit de onderste afscherming
omhoog duwen of door het draaiende zaagblad worden
weggeslingerd.
13. Gebruik niet een ander persoon in plaats van een
uitschuifblad van de tafel of als extra
ondersteuning.
Door een onstabiele ondersteuning voor het werkstuk
kan het zaagblad vastlopen of kan het werkstuk
verschuiven tijdens het zagen, waardoor u en de helper
naar het draaiende zaagblad worden getrokken.
14. Het afgezaagde stuk mag niet worden geklemd of
gedrukt, op welke manier dan ook, tegen het
draaiende zaagblad.
Als het afgesneden is, dat wil zeggen met behulp van
lengtestops, kan het afgesneden stuk klem komen te
zitten tegen het zaagblad en krachtig worden
weggeslingerd.
15. Gebruik altijd een klem of een werkstukhouder die
is ontworpen voor het goed ondersteunen van
rond materiaal, zoals stangen of leidingen.
Stangen hebben de neiging te rollen terwijl deze
afgezaagd worden, waardoor het zaagblad „bijt" en uw
werk met uw hand naar het werk trekt.
16. Laat het zaagblad op volledige snelheid komen
voordat het contact komt met het werkstuk.
Hierdoor wordt het risico dat het werkstuk wordt
weggeslingerd beperkt.
17. Als het werkstuk of het zaagblad bekneld raakt,
schakel de verstekzaag dan uit. Wacht tot alle
bewegende delen tot stilstand zijn gekomen en
trek de stekker uit het stopcontact en/of verwijder
de accu. Maak vervolgens het vastgelopen
materiaal los.
Doorgaan met zagen met een vastzittend werkstuk kan
verlies van de controle of schade aan de verstekzaag
veroorzaken.
18. Na het voltooien van de zaagsnede geeft u de
schakelaar vrij, houdt u de zaagkop omlaag en
wacht u totdat het zaagblad tot stilstand komt
voordat u het afgesneden stuk materiaal
verwijdert.
Het is gevaarlijk om met uw hand in de buurt van het
draaiende zaagblad te komen.
19. Houd de handgreep stevig vast wanneer u een
onvolledige zaagsnede maakt of wanneer u de
schakelaar loslaat voordat de zaagkop geheel
omlaag is.
Het afremmen van de zaag kan ertoe leiden dat de
zaagkop plotseling naar beneden wordt getrokken, wat
een risico op letsel veroorzaakt.
VOORZORGSMAATREGELEN BIJ
HET GEBRUIK VAN DE
AFKORTZAAGMACHINE MET
TELESCOPISCH ZAAGARM
1. Werk op een vlakke, horizontale ondergrond die schoon
en goed opgeruimd is, dus zonder splinters en ander
afvalmateriaal.
2. Zorg voor een degelijke verlichting van de werkplek.
3. Gebruik elektrisch gereedschap niet voor andere
doeleinden dan in de gebruiksaanwijzing beschreven.
4. Laat reparatie uitsluitend door een erkende
onderhoudsfaciliteit uitvoeren. De fabrikant is niet
verantwoordelijk voor beschadigingen en letsel
veroorzaakt door een onjuiste reparatie door een niet-
erkende instantie of een onjuist gebruik van het
gereedschap.
88

Publicidad

loading