Installatievarianten
• Variant (a): zonder verlengbuis
– Bij waterdieptes tussen 80 en 240 mm wordt het apparaat zonder verlengbuizen op een ho-
rizontale ondergrond geplaatst.
• Variant (b): met verlengbuizen
– Bij waterdieptes tussen 240 en 440 mm wordt het apparaat met verlengbuizen uit de leve-
ringsomvang op een horizontale ondergrond geplaatst.
Plaatsen en aansluiten
Het gebruik van de pomp is alleen toegestaan wanneer de gespecificeerde waterwaarden worden
aangehouden. (→ Toelaatbare waterwaarden)
WAARSCHUWING
Het netdeel geleidt gevaarlijke elektrische spanning en mag niet vlak bij het water worden opge-
steld. Anders bestaat gevaar voor ernstig of dodelijk letsel door elektrische schokken.
Plaats het netdeel bestand tegen overstroming op een afstand van minimaal 2 m tot water.
OPMERKING
Bij het aanvoeren van zeer modderig water kan de rotor van de pomp eventueel sneller verslijten
en moet deze vroegtijdig vervangen worden.
Reinig de vijver of het bekken grondig alvorens de pomp op te stellen.
Stel de pomp verhoogd boven de bodem op. Hierdoor wordt het aanzuigen van slijkerig water
verhinderd.
Vermijd direct zonlicht bij niet ondergedompelde apparaat componenten, omdat deze daar-
door sterk kunnen verhitten. Gebruik een veiligheidsafdekking.
54
WTO0022