4 INSTALLATIE
De aandrijfrollen hebben twee groeven. Afhankelijk van het bestelde onderdeelnummer
wordt de eenheid gebruiksklaar geleverd voor de aanvoer van beklede draden met een
diameter van .045", .052" of 1/16" (1,2 - 1,6 mm) of harde draden met een diameter van .035
- .045 (0,9 - 1,2 mm).
Er zijn andere aandrijfrollen leverbaar om andere formaten harde, zachte en gevulde
lasdraden aan te voeren. Zie het selectieschema voor aandrijfrollen en geleidebuizen in het
hoofdstuk SLIJTDELEN.
Twee lagere aandrijfrollen zijn vereist voor systemen met vier aandrijfrollen.
4.3
Aandrijfrollen en geleidebuizen installeren
LET OP!
Schakel de stroombron en de draadaanvoereenheid uit.
1. Ontgrendel de hendel van de drukroleenheid (1) en til de drukroleenheid (2) omhoog.
2. Verwijder de kartelschroef (3) terwijl u de aandrijfrol (4) vasthoudt.
3. Controleer en installeer de juiste geleidebuizen.
4. Gebruik de aandrijfrol (4) opnieuw of vervang deze door een rol met de juiste grootte. De
specificatie wordt vermeld op de naar buiten gerichte zijkant van de rol.
5. Breng de kartelschroef (3) weer aan op de aandrijfrol (4) en draai de schroef aan.
6. Voer de draad door de drukroleenheid (2) en zet deze vast.
0558 012 630
- 235 -
© ESAB AB 2015