5 GEBRUIK
3. Raak de elektrode, contacttip of metalen onderdelen NIET aan wanneer de stroom is
ingeschakeld: al deze onderdelen staan onder elektrische spanning (!) en kunnen een
mogelijk dodelijke schok veroorzaken. Let erop dat de elektrode NOOIT in contact komt
met geaard metaal. Hierdoor ontstaat een flits bij de boog die de ogen kan beschadigen.
Ook kan er brand ontstaan of andere beschadiging worden veroorzaakt.
4. Controleer bij het werken in een besloten ruimte of het veilig is deze ruimte binnen te
treden. De besloten ruimte moet met een goedgekeurd zuurstofmeetapparaat worden
getest op voldoende zuurstof (ten minste 19%). De besloten ruimte mag geen giftige
concentraties van dampen of gassen bevatten. Als dit niet kan worden gegarandeerd,
moet de operator een goedgekeurd beademingsapparaat dragen voor de toevoer van
lucht. Voorkom gaslekken in een besloten ruimte omdat het gelekte gas de
zuurstofconcentratie in de lucht voor het ademen in ernstige mate kan doen afnemen.
Neem NOOIT gascilinders mee in een besloten ruimte. Sluit bij het verlaten van een
besloten ruimte de gastoevoer bij de bron UIT om te voorkomen dat er gas in de ruimte
lekt. Controleer de atmosfeer in de besloten ruimte om er zeker van te zijn dat het veilig
is weer naar binnen te gaan.
5. Bedien de apparatuur nooit bij stroomniveaus hoger dan de vermelde ampère-capaciteit.
Er zal oververhitting plaatsvinden.
6. Bedien nooit apparatuur in een vochtige of natte omgeving zonder geschikte isolatie als
bescherming tegen schokken. Houd handen, voeten en kleding te allen tijde droog.
7. Als de apparatuur onbeheerd wordt achtergelaten, schakel dan alle stroom,
stroomschakelaars en de gastoevoer UIT. Open de hoofdlijnschakelaar.
8. Draag dikke zwarte kleding om blootgestelde huid te beschermen tegen brandwonden
van de boog, vonken of opspattend heet metaal.
9. Schakel de lasstroom uit voordat de elektroden worden aangepast of vervangen.
WAARSCHUWING!
Wanneer de aan/uit-schakelaar op AAN staat en er op de toortsschakelaar wordt
gedrukt, wordt de elektrodedraad elektrisch geladen en worden de
draadaanvoerrollen geactiveerd. Raak de draad niet aan omdat dit een fatale
schok kan veroorzaken. Zorg ervoor dat de draad geen geaard metalen
oppervlak raakt, omdat daardoor een boogontlading plaatsvindt. Dit mag alleen
als u aan het lassen bent. Blijf uit de buurt van aandrijfrollen en aandrijvingen.
WAARSCHUWING!
Voordat u gaat lassen is het essentieel dat u de juiste beschermende kleding
(lasschort en lashandschoenen) en oogbescherming (lasbril en lashelm) draagt.
Wanneer u hier niet aan voldoet, kan dit tot ernstig letsel leiden.
LET OP!
Doof de boog nooit door de toorts van het lasgebied te halen. Laat de schakelaar
van de lastoorts los om het lassen te stoppen voordat de toorts wordt verwijderd.
WAARSCHUWING!
Wanneer u het beschermgas in een besloten ruimte niet uitschakelt, kunnen hier
dampen ontstaan die de zuurstof verdringen.
0558 012 630
- 245 -
© ESAB AB 2015