MN010173A01-AA
Hoofdstuk 2: Werking van de oplader
Hoofdstuk 2
Werking van de oplader
In dit gedeelte vindt u informatie over opladen met uw oplader.
2.1
De batterijen opladen
Eerste vereisten: Gebruik alleen door Motorola Solutions goedgekeurde batterijen. Laad de batterijen op bij
kamertemperatuur. Gebruik alleen de aangewezen oplader voor het opladen van de ondersteunde batterijen.
Procedure:
1. Plaats de oplader voor meerdere apparaten horizontaal op een vlakke ondergrond.
OPMERKING: Als u meer dan één oplader voor meerdere apparaten heeft, wordt aanbevolen
de oplader voor meerdere apparaten verticaal op de bevestigingsbeugel te plaatsen.
2. Sluit de voedingsadapter aan op de vrouwelijke connector van de oplader voor meerdere apparaten.
3. Sluit de voedingsadapter aan op het stopcontact.
Als het inschakelen van de oplader voor meerdere apparaten is gelukt, brandt het lampje één
seconde groen.
Als het inschakelen van de oplader voor meerdere apparaten mislukt, controleert u de aansluiting van
het netsnoer.
4. Plaats de batterijen (2x) met de batterijhouder in het opladercompartiment.
5. Zorg ervoor dat de batterij in contact is met het opladercontactpunt.
Als de batterij correct is geplaatst en de batterij snel wordt opgeladen, brandt het lampje
ononderbroken rood.
6. Als u de batterijhouders uit het opladercompartiment wilt verwijderen, trekt u de batterijhouders uit het
opladercompartiment.
10