MONTAGE
FLOJET Triplex-serie lagedrukpompen zijn zelfaanzuigend. De ver-
ticale aanzuiging kan variëren afhankelijk van de stroperigheid
van de vloeistof, de grootte van de aanzuigbuis, het voetventiel
en de pompconfiguratie. De pomp moet worden gemonteerd in
een droge en voldoende geventileerde ruimte. Als de pomp in een
behuizing wordt gemonteerd, kunnen voorzieningen om de mo-
tor af te koelen nodig zijn. Volg bij de bedrading van de elektrisch
aangedreven pompen alle elektriciteits- en veiligheidscodes, en de
meest recente National Electrical Code (NEC) en het Occupational
Safety and Health Act (OSHA). Zorg ervoor dat de stroombron con-
form de pompspanning is en dat alle stroom is afgesloten voor
de installatie. De draden van de pomp moeten in een individueel
(bestemd) circuit liggen dat wordt bestuurd met een UL/C-UL-
gecertificeerde tweepolige schakelaar die op of boven de ampere
van de zekering aangegeven op het pompmotorlabel ligt. Bij 115
volt AC pompen is de zwarte draad stroomvoerend of gemeen-
schappelijk, de witte draad is neutraal en de groene/gele draad is
aarding. Bij 230 volt AC pompen is de bruine draad stroomvoerend
of gemeenschappelijk, de blauwe draad is neutraal en de groene/
gele draad is aarding. Bij 12 en 24 volt pompen is de rode draad
positief, deze moet worden aangesloten op de plusklem (+) van
de batterij. De zwarte draad is aarding en moet op de minklem van
de batterij worden aangesloten. Gebruik minimaal T6 AWG draad.
Gebruik een zekering om de systeembedrading en onderdelen te
beschermen.
Door ongepaste omstandigheden bij de arbeidscyclus en/of snelle
start en stop veroorzaakt door te kleine sproeikoppen zal de interne
thermische onderbreker (indien gemonteerd) uitschakelen of dit
kan vroege motorstoringen veroorzaken door overmatige warmte.
WAARSCHUWING
Risico op een elektrische schok!
Horizontale positie
WAARSCHUWING: GEBRUIK GEEN ONTVLAMBARE VLOEISTOFFEN, BRANDSTOF,
Verticale positie
KEROSINEBRANDSTOF BIJ DE POMP
GEBRUIK DE POMP NIET IN EEN EXPLOSIEVE OMGEVING
LEIDINGEN
Gebruik flexibele slangen van de correcte drukklasse die compatibel
is met de vloeistof die moet worden gepompt. De buis moet mini-
maal 3/8" (10 mm) ID en ten minste 20 inches (51 cm) in lengte zijn
om overtollige spanning op de pomppoorten te vermijden. Doe de
buizen niet krimpen of knikken. Het pomphoofd kan in stappen van
120° worden gedraaid. Of keer de stroming (180°) om door ande-
re optionele lagere behuizing te gebruiken om het leidingwerk te
vereenvoudigen.
FLOJET standaard hulpstukken met binnen- of buitendraden zijn
verkrijgbaar bij commerciële loodgieterijwinkels. FLOJET verdeelt
ook plastic slangkoppelingen via de verdelers (formulier nr. F100-
001). Het gebruik van terugslagkleppen in de leidingen kan het
aanzuigvermogen van de pomp verstoren. Als er een terugslagklep
wordt geïnstalleerd in de loodgieterij, moet deze een kraakdruk heb-
ben van maar 2 PSI (14 bar). Het gebruik van een minimaal 40-gaas
zeef of filter in de pompinlaatlijn, zal voorkomen dat er vreemd puin
in het systeem komt. Storingen door vreemd puin dat in de pomp
komt, worden niet gedekt door de beperkte garantie.
Opmerking: de inlaatdruk mag niet groter zijn dan maximaal
30 PSI (2,1 bar).
Debietcurve 115 / 230 VAC
20
Debietcurve 12 VDC
Flow
Amp
Debiet - GPM (LPM)
Flow
Amp
Debiet - GPM (LPM)